Noël Ummels gunt Esteban Ocon en Pierre Gasly een Alpine A110 in plaats van die lompe bak waar ze nu in rijden. Zijn advies: hou er toch mee op.

“Ken je de Alpine A110? Googel ’m anders even: een prachtige sportauto uit de jaren 60 en 70. Ik heb het ze niet gevraagd, maar reken maar dat Esteban Ocon en Pierre Gasly die liever onder hun kont hebben dan de Alpine A524. De A110 kreeg in de jaren 10 een moderne versie die er ook niet onaardig uitziet en qua verkopen moet meeliften met de successen van het Formule 1-team. Klein probleem: die zijn er niet. Hoe hard Ocon en Gasly ook hun best doen en elkaar desnoods de tent uit vechten, Alpine is slechts in staat tot antireclame. Alsof het al niet erg genoeg is erkent eigenaar Renault nu expliciet geen fatsoenlijke Formule 1-motor te kunnen bouwen gezien de overweging die vanaf 2026 bij een rivaal in te kopen.

Is de onkunde zo groot? Nee, de oorzaak is een organisatorische puinhoop. Zo geolied als het Franse voetbalelftal draait, zo chaotisch gaat het eraan toe bij het Franse Formule 1-team. Dat komt met name doordat de concernleiding zich er graag mee bemoeit. Wie ook maar een beetje verstand heeft van het spelletje weet: dat is funest. Het enige dat je als bedrijfsbaas moet doen is er vol voor gaan en er bakken geld tegenaan smijten, of de stekker eruit trekken omdat je vindt dat je je dure centen wel beter kunt besteden. Alles ertussenin is een misverstand, namelijk dat normale bedrijfsprocessen ook gelden in de hoogste klasse van de autosport.

Tot een paar jaar geleden zag je Dieter Zetsche nog weleens achter zijn imposante snor opduiken in de paddock, maar hoe ijdel ook, hij wist als geen ander dat hij het reilen en zeilen van het Mercedes-team volledig aan Toto Wolff moest overlaten. Zijn opvolger als Mercedes-ceo Ola Källenius bezoekt wat minder vaak Grands Prix, maar ook hij beseft: óf we doen het goed, óf we doen het niet, de rest is in handen van Toto.

Alpine is slechts in staat tot antireclame

Zo niet bij Carlos Ghosn, die met frisse tegenzin Formule 1 bedreef met Renault, en zijn opvolger Luca de Meo, die denkt dat het op halve kracht ook lukt onder de vlag van Alpine. En dan maar weer de teambaas of een ander kopstuk ontslaan als de resultaten uitblijven, want zo doen we dat in het bedrijfsleven. Met name dit jaar regende het ontslagen, en anders besloten sleutelfiguren zelf wel het zinkende schip te verlaten. Daarvoor in de plaats huurt men een adviseur in die op basis van zijn reputatie en uitstraling net zo goed ‘onbetrouwbaar sujet’ op zijn voorhoofd kan laten tatoeëren.

In 2016 keerde wat toen nog Renault heette terug in de Formule 1 met grote ambities: binnen vijf jaar moest het meedoen om de titel. Een realistisch vijfjarenplan, met als enige makke dat investeringen achterbleven. Tja, voor een appel en een ei is nog nooit iemand wereldkampioen geworden. Aston Martin hanteert sinds zijn start in 2021 een soortgelijk vijfjarenplan en handelt daar ook naar. Niemand die vreemd opkijkt als het vanaf 2026 om de hoofdprijs meedoet. En ondanks alle felle ontkenningen – ‘het team is níét te koop’ – niemand die vreemd opkijkt als Renault zo wijs is het team van de hand te doen om zich de blamage van rondrijden met andermans motor te besparen.

Gevonden, die klassieke A110? Heel gek, maar het valt nog niet mee de nieuwe versie op straat te spotten.”


Nu in de winkel en digitaal te bestellen (met gratis bezorging in Nederland): ons dubbeldikke zomerpakket met reguliere editie & de Dutch GP Special! Met tussenrapport Tom Coronel, interview Max Verstappen en hoe koning Willem-Alexander in het geheim leerde racen!