Kimi Räikkönens rentreeseizoen bij Ferrari verliep niet zoals de Fin en zijn aanhang gehoopt hadden. Zelf hield Räikkönen van tevoren echter al wel een beetje rekening met een kwakkeljaar.

“Ik verwachtte natuurlijk al ergens al wel dat het moeilijk kon gaan worden, na een overstap naar een nieuw team”, vertelt Räikkönen. “Ik heb in mijn eerdere periode bij Ferrari al eens meegemaakt dat de auto me niet lag, en het is heel lastig om dat veranderd te krijgen. Zo werkt het bij Ferrari.”

The Iceman worstelde het hele seizoen lang met zijn F14 T. De wereldkampioen van 2007 klaagde vooral over een gebrek aan grip aan de voorkant van de auto. Het was te zien in zijn resultaten: hoger dan vierde eindigde Räikkönen niet. Waar teamgenoot Fernando Alonso de Ferrari-eer nog een beetje hooghield met een zesde plek in de eindrangschikking, sloot de Fin het seizoen met drie keer zo weinig punten af op de twaalfde positie – het slechtste resultaat uit zijn carrière.

Zoals gewoonlijk blijft Räikkönen kalm onder alle tegenslag. “Het is balen voor mij, Ferrari en de fans dat het zo’n lastig jaar was, maar dat hoort ook bij het spelletje”, weet hij. “Ik heb wel eens eerder moeilijke seizoenen doorgemaakt, maar het is niet anders. Je moet ervan leren en zorgen dat het niet nog een keer gebeurt.”

Het kan bovendien ook bijna niet anders dan dat het volgend jaar een stuk beter gaat, gelooft de Ferrari-coureur. “We volgen een duidelijk plan, waarin precies staat wat we moeten doen om weer terug op niveau te komen”, verzekert Räikkönen. “Ik weet zeker dat we op alle gebieden een grote stap vooruit gaan maken.”