Vanaf vandaag wordt er verder gewintertest. In de komende vier dagen gaat voor het eerst dui­delijk wor­den, hoe de kaarten voor het seizoen 2014 liggen.

De Formule 1 bevindt zich momenteel in een unieke situa­tie. Het gaat hier immers niet om een ‘simpele’ overschakeling van de ene naar de andere maximum­cilinderinhoud (zoals in 1952, 1954, 1961 en 1966 gebeurde) – hoewel ook toen regelmatig teams soms door een te late call van de FIA maar ook vaak door laksheid slecht voorbereid het nieu­we sei­zoen ingingen.

Een betere vergelijking is die met de situatie in 1982/1983. Toen besloot de FIA, in paniek geraakt door de snelle ontwikkeling van de turbomotoren, dat dan maar de wing cars het leven onmo­gelijk gemaakt moest worden. In die periode ver­loor de Formule 1 haar laatste restje onschuld, doordat in het nauw ge­brachte teams alles en iedereen trachtten te beduve­len. Aan de andere kant: saaiheid was toen ver te zoeken! 

Ook nu geldt nog steeds dat alles mag dat niet wordt gezien, maar de zaak bedonderen is er vrijwel niet meer bij. Formule 1-constructeurs zijn tegenwoordig met handen en voeten gebonden aan een vrijwel dicht­ge­timmerd technisch regle­ment en kunnen daardoor in creatief opzicht bijna geen vin meer verroeren – behalve uitge­sproken genia­le figuren als Adrian Newey en, in een iets ver­der verleden, Ross Brawn.

Toch acht ik in de huidige situatie het woord ‘uniek’ op zijn plaats. De auto’s zijn immers niet al­leen nieuw, maar ook – zij het met het mes op de keel – revolu­ti­onair. In elk geval moet er op het gebied van energieregeneratie eerst letter­lijk van alles wor­den uitge­vonden (fase 1), waarna voorzichtig kan worden gedacht aan echt testen (fase 2).

In Bahrein moet het dus gaan gebeuren, in de eerste plaats voor de (even iets minder) trotse wereldkampioenen Renault en Red Bull. Als ze hun zaken in de komende vier dagen niet voor elkaar krij­gen, wordt het dit jaar niks meer – hooguit na de zomervakantie een paar races winnen.

Verder staat het debuut van de Lotus E22 op het programma – ten­minste, als we de filmritjes van hon­derd kilometer even niet mee­tellen. Hoewel, honderd kilometer? Dat is al meer dan Red Bull in vier dagen Jerez voor elkaar kreeg! En Lotus rijdt notabene met Re­nault-motoren! Dat scenario is dus ook moge­lijk: dat Re­nault al haar huiswerk wel voor elkaar heeft (zoals nu al luidkeels wordt geroe­pen), maar Red Bull niet … 

In Jerez reden alle teams met een basis-afstelling of soms zelfs met spullen uit 2013. De eerste opzet was daar im­mers om eerst alles eens aan het rijden te krijgen. In Bahrein zal het er heel anders aan toe gaan. Waar Red Bull nog in fase 1 verkeert, begin­nen de andere topteams al met fase 2: proberen hárd te rijden en namaak-races af te werken. Dat kan alleen, als de turbomotoren zich gedragen (hoe zit het eigenlijk met het verbruik?) en de aëro­dyna­mica (ingekor­te voorvleugels, kleine­re achter­vleugels, geen beam wing maar vooral geen ‘meehel­pende’ uitlaat­gassen meer) moet kloppen. Sauber zegt in een pers­bericht heel stoer, dat ze in prin­cipe met een ‘Australische’ set-up aan de gang zul­len gaan. Sauber was de afgelopen jaren in aerodynamisch opzich heel goed bezig, dus wie weet?

Allemaal razend spannend dus. Daarom raad ik je bij deze aan om hetzelf­de te doen als ik. Beschouw deze test als een vier dagen durende Grand Prix!