Mercedes-teambaas Toto Wolff voelt er wel wat voor om een derde auto in te zetten, maar heeft liever dat dit gebeurt om het aantal auto’s uit te breiden in plaats van om mogelijke lege plekken in te vullen.

Het plan om topteams derde auto’s in te laten zetten is niet nieuw. Vorig jaar werd er al over gesproken toen naast Caterham – dat uiteindelijk ook ter ziele ging – ook Marussia, Force India, Lotus en Sauber het financieel zwaar hadden.

Als het aantal auto’s op de grid tot onder de twintig zakt, kunnen de topteams namelijk gevraagd worden extra auto’s in te zetten, maar daar is het dit jaar dus niet van gekomen, want Marussia, Force India, Lotus en Sauber zijn er nog gewoon bij.

Volgend jaar komt er met Haas F1 bovendien een nieuw team bij, maar daar staat tegenover dat Red Bull heeft gedreigd haar twee teams terug te trekken, terwijl de toekomst van Lotus niet zeker is zolang de deal met Renault niet rond is.

Om die reden wordt er weer over derde auto’s gesproken, waarbij Formule 1-opperhoofd Bernie Ecclestone ten overstaan van De Telegraaf verklaarde dat het in november duidelijk wordt of er derde auto’s nodig gaan zijn.

Wie sowieso een voorstander is, is Toto Wolff. In gesprek met Autosport vertelt de Mercedes-chef dat hij het ‘een spannend idee’ vindt om een derde auto in te zetten. “Maar ik heb liever dat we Red Bull erbij houden en met derde auto’s erbij op een grid van 27 of 28 auto’s komen”, benadrukt hij.

Het inzetten van derde auto’s zou volgens Wolff kansen bieden om ‘interessante jonge talenten’ te laten racen, maar meer dan ‘een optie om achter de hand te houden’ wil hij het niet noemen: “Want het moet onze prioriteit blijven om Red Bull in de sport te houden”, herhaalt hij voor de goede orde.

Volgens Wolff is Red Bull – ondanks dat hij er persoonlijk niets voor voelt om motoren aan Red Bull te leveren om zo haar toekomst in de sport te garanderen – een ‘hip merk dat goed is voor de Formule 1’. “En daarnaast is het ook belangrijk om meerdere competitieve teams te hebben”, weet hij.

“Dat is ook wat de Formule 1 zo’n goede sport maakt: dat je verschillende spelers een competitieve omgeving biedt. Wij hebben het belang van de sport ook zeker in overweging genomen gehouden bij onze afweging, maar uiteindelijk moet je prioriteit geven aan je eigen team en prestaties, vinden wij.”