De Grand Prix van Groot-Brittannië op het Mercedes op het lijf geschreven Silverstone belooft deel zoveel van de tweestrijd tussen Lewis Hamilton en Valtteri Bottas te worden, terwijl Max Verstappen het weer eens opneemt tegen Charles Leclerc. Verder terug op de grid staat een aangeslagen Alexander Albon.
Het is een gevecht waarvan we sinds 2017 veel rondes hebben gezien, vooral vorig jaar. Toch staat de uitkomst vrijwel vast: als Lewis Hamilton het tegen Valtteri Bottas opneemt, wint hij bijna altijd – of dat nou op punten of met een knockout is.
Lees ook: Hamilton niet foutloos op weg naar pole Britse GP, Verstappen derde op volle seconde
In hun tijd als teamgenoten won Hamilton 33 races (en drie wereldtitels) terwijl de teller voor Bottas bij acht ophoudt. Vijf van die acht won Bottas van pole, maar dat staat hij zondagmiddag niet. En hoe vaak heeft hij Hamilton nou echt wiel-aan-wiel verslagen?
Als Bottas het op Silverstone ergens van moet hebben, luidt de wijsheid vooraf, is het de start of strategie. Dat hij snel kan starten, is bekend, al staarde hij zich vorige race iets te blind op de lichtjes op zijn stuur en maakte toen een valse start.
Strategisch steekspel?
Zijn stuur is inmiddels aangepast, maar nog moet Bottas het heft in eigen handen nemen. Als het met de start en op de baan niet lukt, is de kans namelijk nihil dat Mercedes hem het teamduel met een strategische zet op zijn kop laat zetten.
Hoewel Bottas zelf nog suggereerde dat een alternatieve strategie een optie is, stelde Hamilton dat Mercedes vasthoudt aan haar overkoepelende filosofie. En die is dat het haar coureurs niet zomaar een strategisch steekspel laat starten.
“We doen wat we altijd doen”, verklaarde teambaas Toto Wolff na de kwalificatie. “De auto op kop krijgt voorrang bij de stops. Als de tweede langer door wil en de banden goed zijn, mag dat.” Maar ja, laat Hamilton nou net de betere bandenmanager zijn. Zo Bottas houdt maar weinig kansen over…
Verstappen vs Leclerc
Waar Hamilton en Bottas de gedoodverfde kandidaten voor de zege zijn, is Max Verstappen dat voor de derde en laatste podiumplek. De Nederlander was in de kwalificatie afgetekend derde op een seconde achterstand, maar net wat sneller dan Charles Leclerc.
Dat de vierde plek van Leclerc toch wel als een verrassing kwam –
en hoe blij hij ermee was – zegt alles over de matige vorm van Ferrari. “Bovendien maak ik me zorgen om de
race pace“, waarschuwde Leclerc. “De
pace is er misschien, maar we vreten onze banden op.”
Een start op
mediums kan helpen, al is dit het voorkeursrubber voor de hele top vier én nummer zes Lance Stroll. Leclerc zal zich er dus misschien vooral mee moeten verdedigen tegen de rest van de top tien die op
soft start.
Advantage Verstappen dus, ook omdat hij altijd goed met zijn banden omspringt.
Lees ook: Verstappen: ‘Je hebt een kans om mee te vechten als je vanaf plek drie start’
Albon onder druk
Buiten de top tien vinden we Alexander Albon terug, de teamgenoot van Verstappen die juist een opsteker had kunnen gebruiken. De meer ervaren
race engineer aan de pitmuur (Simon Rennie) kon hem echter ook niet van Q2 naar Q3 coachen.
Dat laatste valt Rennie natuurlijk niet aan te rekenen: Albon verloor kostbare
track time door vrijdag een harde crash te maken en kreeg een volgende klap te verwerken toen hij ook veel VT3-tijd verloor door een probleem met het
ERS.
Red Bull-teambaas Christian Horner draaide er daarna niet omheen dat het ’teleurstellend voor Alex en het team’ is dat Albon Q3 niet haalde. Albon kan zich ongetwijfeld steeds beter voorstellen wat Pierre Gasly vorig jaar doormaakte. De situatie lijkt van buitenaf in elk geval steeds meer hetzelfde.
Dat Red Bull ervoor heeft gekozen Rennie terug van de fabriek naar het raceteam te halen, is een blijk van de potentie die het in Albon ziet. Hij moet die potentie echter wel snel tonen. Van een breekpunt is nog geen sprake, maar Albon kraakt wel onder de druk.
Lees ook: Albon: ‘We zagen er gisteren sterk uit, maar vandaag was gewoon niet goed’
Stroll in de sandwich
Geen vooruitblik op een kwalificatie, race of weekend is dit jaar compleet zonder het over de Mercedessen van vorig jaar te hebben, oftewel Racing Points. Lance Stroll zette zijn ‘roze Mercedes’ op P6, wat je toch doet afvragen wat Sergio Pérez had gekund als hij niet positief op corona had getest.
Met een setje
mediums onder zijn RP20 heeft Stroll bandenvoordeel in duel met Lando Norris op P5, maar met Carlos Sainz op P7 zit Stroll wel in een McLaren-sandwich, die dat team kansen biedt met de verschillen die in de middenmoot ouderwets klein zijn.
Vlak om die laatste reden ook Nico Hülkenberg als invaller in de andere Racing Point niet uit. Hij moet van P13 komen dus die eerste podiumplek lijkt nog altijd buiten bereik, maar een goede puntenfinish is zeker mogelijk als
The Hulk zich (misschien wel voor de laatste keer) een beetje boos maakt.
Lees ook: Hülkenberg baalt van missen Q3: ‘Had een extra tiende nodig en dat zat zeker in de auto’