Zijn CV spreekt voor zich, het contract ligt klaar en hij trapt tijdens zijn eerste test zelfs wat gaspedalen krom: Tom Coronel koerst eind 1999 vol op de Formule 1 af, maar het blijft bij twee dagen testen in Barcelona. “Toen ik de pits uitreed, dacht ik: fuck you all.”

Hij heeft er inmiddels duizenden rondjes gereden, maar als hij in 1999 vers als Formula Nippon-kampioen de oversteek terug maakt naar Europa om een Formule 1-avontuur na te jagen, baalt Coronel een beetje dat zijn eerste kennismaking met Formule 1-materiaal in Barcelona is. Het is voor de dan 27-jarige Coronel namelijk niet zulk bekend terrein als tegenwoordig. “De laatste keer dat ik er daarvoor was”, memoreert hij, “was met de Europese Citroën AX-cup in 1991 voor één van mijn eerste races. Ik won die wel, maar toch…” Hij hoeft verder niet uit te leggen wat hij bedoelt: met een Formule 1-auto op het Spaanse circuit in de slag gaan, is wel even andere koek.

Van de Citroën AX’jes richting de F1 volgt Tom Coronel aanvankelijk het gebaande pad, via de Formule Ford en Duitse Formule 3, tot hij in 1996 de wijk naar Japan neemt. Door daar de Formule 3 en Formula Nippon te winnen, zet hij zichzelf op de Formule 1-radar. Arrows is al snel de meest serieuze gesprekspartner voor Coronel, zijn broer en belangenbehartiger Raymond en zijn management dat bestaat uit Mr twenty percent Willi Weber – hij dankt die bijnaam aan het percentage dat hij als manager van de gebroeders Schumacher opstrijkt – en Franz Tost, tot voor kort de teambaas van AlphaTauri. “We hadden al een aantal keer met teambaas Tom Walkinshaw gesproken. Een keer ergens op een Engels vliegveld. Raymond en ik vlogen economy, Walkinshaw en Weber met privéjets.”

Middelvinger

Vijf dagen voor de test is Coronel weer in Engeland, om een stoeltje te laten schuimen. Dat zit niet helemaal als gegoten – vandaar dat hij tijdens de test die pedalen krom trapt. Coronel zit desondanks lekker in zijn vel, ook de avond voor de test als hij naast het circuit met journalist Coo Dijkman en fotograaf Frits van Eldik dineert. De Arrows-F1-test moet lang geheim blijven, dus Tom Coronel heeft ze onder valse voorwendselen naar Spanje geroepen. Tijdens het eten verklapt hij het pas. “Coo vroeg: ‘Als je de pits uitrijdt, wat denk je dan? Tsja, ‘fuck you all’, reageerde ik, want jullie kijken ernaar, maar ík zit in die auto’. Coo dacht dat ik een grap maakte. Nou, niet dus. En dat liet ik toen ik de pits uitreed nog even zien”, verwijst hij naar hoe hij het duo bij de pituitgang op het internationale vriendschapsgebaar trakteert.

Lees ook: ‘Racende vader’ Tom Coronel: ‘Zonder tien miljoen kom je niet in F1’

Aan het eind van de eerste testdag krijgt Coronel zelf een cadeau. “Ik zou aanvankelijk één dag rijden, maar mocht er nog een doen.” Het team is tevreden, Coronel doet niet onder voor Arrows’ 1999-piloot Pedro de la Rosa en de Aussie Mark Webber, die een week eerder heeft getest. Zij zijn drie van de vier kanshebbers voor de twee Arrows-zitjes voor 2000. De vierde? “Jos Verstappen. Walkinshaw speelde een spel om bij ons allemaal het onderste uit de kan te halen.” Want Walkinshaw wil geld zien voor zijn zitjes. “Hij deed dat slim. Ik denk achteraf dat hij me die tweede dag mede heeft laten rijden om het Verstappen-kamp onder druk te zetten.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Tom Coronel tijdens zijn Formula 1-test voor Arrows in Barcelona (Frits van Eldik)

Bananasplit

Niet lang daarna worden de contracten opgesteld. Coronel heeft het dertig pagina’s dikke papierwerk nu nog in een laatje liggen. Alles staat erin. Van hoeveel sponsorgeld hij moet meebrengen tot zijn salaris (250.000 dollar voor het eerste jaar en een miljoen voor een tweede seizoen) en van zijn mediaverplichtingen tot wanneer hij in teamkleding moet opdraven aan toe. De overeenkomst is door Arrows’ secretaris ondertekend, het wachten is op het geld en de andere handtekeningen. Walkinshaw is wat dat betreft duidelijk. “Hij zei vanaf het begin: ik moet een team runnen, dus de eerste die met de centen komt, heeft het zitje.”

‘Centen’ is wel een understatement. Het gaat om 6 miljoen gulden, anno 2022 omgerekend en met inflatiecorrectie 4.2 miljoen euro. De eerste die dat heeft, is De la Rosa. Zo gaat de strijd ineens nog maar om één zitje, en wordt nog meer een race tegen de klok. Coronel heeft drie miljoen aan sponsorgeld en bedenkt voor de rest een ambitieus aandelenplan voor fans en investeerders. “Ik zou een basissalaris krijgen, terwijl aandeelhouders over vijf jaar een vast rendement zou krijgen.”

Lees ook: Alonso: ‘Moment van definitief afscheid komt snel dichterbij’

Het loopt ‘hartstikke goed’, maar mag niet baten. “We hadden tot 13 februari de tijd, maar zoals Walkinshaw had gezegd: wie het eerst met het geld komt, krijgt het zitje.” Zo wordt Coronel op 1 februari ineens opgebeld. “Een heel kort telefoontje. Walkinshaw belde wel zelf: We gaan voor Jos. Veel succes met je carrière. Tuut-tuut-tuut. Ik dacht: dit is Bananasplit. Het voelde keihard, bruut. Zo is de autosport, maar toen vond ik de autosport even niet zo leuk

Geen zwart geld

Het duurt even voor hij het plezier in het spelletje terugvindt, al kruipt het bloed waar het niet gaan kan; Coronel heeft een autosporthart. Hij gaat langzaamaan weer aan de slag, eerst in de GT’s en endurance-racerij, daarna weer voluit. De laatste jaren racet hij in alles wat los en vastzit, met een focus op toerwagens. Aan die F1-test denkt Tom Coronel, ook als hij weer eens in Barcelona moet rijden, ‘al tien jaar niet meer’. “Tenzij ik een fotootje voorbij zie komen of me toevallig herinner dat het zoveel jaar geleden is.”

Waar hij nog trots op is, is dat hij die test zelf heeft afgedwongen. “We hebben geen gulden voor die test betaald, hè. Dat gerucht ging toen, maar dat is niet zo. Ik werd echt gevraagd.” Daarnaast is hij blij dat hij, ondanks een soort rouwperiode, niet in het zwarte gat is gevallen. “Ik kan me indenken dat veel coureurs van zoiets een mentale tik krijgen, nooit meer willen racen. Maar ik race nog steeds en ben heel tevreden. Terwijl ik als ik de Formule 1 had gehaald, nu misschien al lang en breed klaar zou zijn met de autosport.”

Lees hier alles over de Grand Prix van Spanje 2024


De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine ligt NU in de winkel, maar is ook digitaal te bestellen (met gratis bezorging in heel Nederland!).