Volgens Fernando Alonso is Ferrari bijna het perfecte team, zelfs al heeft het nog geen kampioensauto voor hem kunnen bouwen.

Alonso kwam in zijn eerste jaar bij Ferrari dicht in de buurt van de titel, maar speelde vorig jaar nauwelijks een rol van betekenis. Alleen in Groot-Brittannië kon hij, met hulp van een regelaanpassing, een race winnen.

Dit jaar moest het dan gaan gebeuren bij Ferrari, maar de F2012 bleek niet de radicale wonderauto waarop het team had ingezet. Toch staat Alonso, na een verrassende overwinning in Maleisië, slechts tien punten achter op kampioenschapsleider Sebastian Vettel.

“We hebben de schade beperkt gehouden in de eerste vier races”, zegt Alonso in Gazzetta dello Sport. “Nu moeten we het heft in handen nemen en onze achterstand ombuigen.”

De test in Mugello noemt Alonso een belangrijke stap. “Het testverbod heeft ons meer getroffen dan andere teams, omdat testen altijd centraal stond in de ontwikkelingsfilosofie van Ferrari. We moeten ons nu aanpassen. Het houdt niet op na de test. We moeten elke race vooruitgang blijven boeken.”

“We geven in ieder geval nooit op”, vervolgt Alonso. “Ook als het de volgende race nog niet geweldig gaat, is ons seizoen nog niet voorbij. De tegenslagen van de laatste tijd hebben er alleen maar voor gezorgd dat we ons dubbel zo snel verbeteren.”

“De fouten die we in 2010 en 2011 maakten op het gebied van strategie en pitstops komen nu niet meer voor”, vervolgt Alonso. “Het team is extreem professioneel en we hebben bijzonder veel vertrouwen. Alleen het belangrijkste ontbreekt nog, de snelste auto. Maar zelfs dat is geen vereiste om de titel te winnen.”