Het eerste jaar als gezicht van Viaplay’s Formule 1-programma’s zit er voor Amber Brantsen op. Het was een sprong in het diepe, maar eentje waar ze geen spijt van heeft. 

Het is de nazomer van 2021 als ik word gebeld door een Deens nummer. Ik heb geen Deense contacten en mijn telefoon geeft aan dat het vermoedelijk spam is. Uit nieuwsgierigheid neem ik toch maar op, wachtend op een bandje dat me gaat vertellen over miljoenen die ik heb gewonnen, danwel moet betalen aan een Nigeriaanse prins.

Lees ook: Column Amber Brantsen: ‘Mijn’ Viaplay-analisten, een dreamteam

Maar aan de lijn is geen computer, maar een alleraardigste man, genaamd Peter Nørrelund. Engelssprekend, met Deens accent. Of ik wel eens van Viaplay had gehoord. Het voelde als een strikvraag en ik moest even graven in m’n geheugen. Al snel realiseerde ik me dat mijn F1-podcastvrienden van de NOS mij maanden daarvoor al hadden geplaagd met de vraag of ik al was gepolst. Wat ik overigens altijd hard lachend wegwuifde, omdat dat totaal niet in mijn lijn der verwachting lag. Maar nog voordat ik dat aan de Head of Sports van Viaplay kon vertellen, vertelde hij me dat hij een presentator voor de Formule 1-programma’s zocht. Of ik dat wilde gaan doen. Ehhh, wat?!

We besloten met elkaar af te spreken zodra hij weer in Nederland was. Ondertussen gingen er op internet de wildste verhalen rond over wie de Formule 1 in Nederland zou gaan presenteren, nu Viaplay het ging uitzenden. Ik heb vele polls voorbij zien komen, vele analyses van experts, maar nergens werd mijn naam genoemd.

Lees ook: Achter de schermen bij Viaplay tijdens de memorabele kampioensuitzending van Max Verstappen

We zaten met z’n allen in lockdown. En dus zat er niks anders op dan enkele weken later met Peter afspreken in zijn hotelkamer aan de Amsterdamse grachten. Daar, tussen zijn hotelbed en badkuip in hoorde ik zijn wilde plannen aan en gaf ik hem mijn visie op de sport en hoe F1-uitzendingen eruit moesten komen te zien. De vibe was goed, maar nog altijd had Viaplay nog niks concreets opgezet. Ik gaf aan ook maar eens te willen praten met de man die mogelijk mijn baas zou worden.

Marco Zwaneveld bleek vijf kilometer bij mij vandaan te wonen en omdat de horeca nog altijd gesloten was, spraken we af bij het lokale tuincentrum. Bijkomend voordeel daarvan was dat niemand F1-onderhandelingen verwacht tussen de geraniums en petunia’s. Marco maakte het me niet makkelijker. Zijn plannen waren nog grootser dan die van Peter en hoe moest ik in hemelsnaam weten wat te geloven? Ik werkte al jaren met ontzettend veel plezier bij de NOS en wist niet wat ervoor in de plaats zou komen bij een overstap.

Lees ook: Column Stéphane Kox: Online terreur jegens coureurs, media en fans is om van te walgen

Maar het kriebelde. En als ik níet zou springen, zou ik zeker niet ontdekken wat er van die mooie plannen terecht zou komen. Het werd dus een sprong in het diepe door een verlangen naar het onbekende en de uitdagingen die daarbij horen. Het was pionieren, ploeteren, doorrammen, vallen en opstaan. Maar bovenal genieten. Met als kers op de taart de mededeling eind oktober dat Viaplay hier in Nederland de een miljoen abonnees heeft gehaald. Iets waar we als Formule 1-team ontzettend trots op zijn.

En we zijn nog maar net begonnen.

FOTO Jeannette Huisman