Dit weekeinde vindt de 24 Uur van Le Mans plaats. Gijs van Lennep (82) won de klassieker tweemaal, in 1971 en 1976. Van Lennep was een succesvolle coureur in de jaren zestig en zeventig, ook wel de Killer Years genoemd vanwege de talrijke dodelijke ongevallen. Menig vriend en collega zag hij verongelukken. Maar Van Lennep ontsprong de dans, iedere keer opnieuw.

,,Als je er achteraf op terugkijkt was het gekkenwerk wat we deden. Dat ik het kan navertellen en anderen niet, komt door één ding. Dom geluk.”

Het volledige interview met Gijs van Lennep verscheen eerder in HELDEN Magazine. Wij publiceren het verhaal als een drieluik. Vandaag deel 2: ‘We wisten niet beter’.

Gijs van Lennep vindt het goed dat de Formule 1 de afgelopen decennia enorme stappen heeft gemaakt op het gebied van veiligheid. Hoe anders dat dat in de tijd dat hij reed. In de jaren zestig en zeventig verongelukten alleen al in de Formule 1 26 coureurs. Het waren met recht de Killer Years. Ook in de 24 Uur van Le Mans was het regelmatig raak. Auto’s werden rijdende bommen genoemd. Benzinetanks met een stuurtje en vier wielen.

,,Het klinkt hard, maar we wisten niet beter. Ik heb van dichtbij gezien dat mannen zich te pletter reden. Collega’s, teamgenoten soms ook. Hans Laine, Jo Bonnier en een paar van die Formule 1-jongens. Hartstikke zonde en hartstikke verdrietig, maar het leven gaat altijd door he?”

‘Hij flipte als een speedboot en vloog in brand’

Het ongeluk met de Zweed Laine staat hem nog helder voor de geest. Ze zouden samen met een Porsche 908 een 1000-kilometerrace rijden op de Nürburgring. Laine stapte na de training in de wagen om banden ‘in te ruwen’ om er nooit meer uit te komen. Althans, niet levend. ,,Hij flipte als een speedboot en vloog in brand. Morsdood.”

Typerend voor die tijd: een uur later kwam de teammanager bij Van Lennep langslopen. Niet om steun te zoeken of te geven. Nee, om aan te geven dat er nog een Porsche 917 beschikbaar was en of Van Lennep de volgende dag die race misschien toch nog zou willen rijden.

,,Snoeihard, ja. Toen heb ik even gepast. Maar dat verzoek zei wel iets over de cultuur in die tijd. En zeker over Finnen. Die zijn keihard. Daarom zijn er ook zoveel goede Finse coureurs geweest in de loop der tijd. Hakkinen, Raikkonen, dat soort mannen.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Gijs van Lennep leest een krantje tijdens de 24 Uur van le Mans in 1976 (Motorsport Images)

Je praat er nuchter over.

,,In de racerij moet je nuchter zijn. En zeker niet emotioneel. Dat werkt niet.”

Bij een dodelijk ongeval van een collega of een maat heb je toch zeker wel eens gehuild?

,,Nooit. Ik baalde als een stekker uiteraard en natuurlijk vond ik het ook enorm jammer, maar huilen? Ik kan wel huilen hoor. Als ik tegenwoordig op tv naar een programma kijk waarin mensen weer worden herenigd, bijvoorbeeld met All you need is Love, dan doet me dat wel wat. Maar in de sport heb ik dat nooit gehad. Het was werken, eten, slapen. En alle tierelantijnen eromheen boeiden me niet. Je moet het ook plaatsen in die tijd. We stonden anders in het leven. De dood reed mee. Dat wist je en soms werd je daarmee geconfronteerd, maar het was ook iets waar je niet of in ieder geval niet te lang of te vaak bij stil stond. En dat is misschien maar goed ook.”

‘Ja, ik ben er mooi doorheen gesloft’

,,We reden in Spa met snelheden van 320 kilometer per uur tussen de huizen door met een hobbel in de weg en enkel een strobaal tussen de weg en de huizen. Wanneer je daar als coureur op het verkeerde moment een lekke band kreeg, vonden ze niets van je terug. Niets van de auto, niets van jou. Ja, ik ben er mooi doorheen gesloft.”

Je had waarschijnlijk een engeltje op je schouder. Voor het instappen wel eens een weesgegroetje gedaan?

,,Nee, ben je gek? Daar deed ik niet aan. Ik deed gewoon mijn werk, zo zag ik het. En ik had vertrouwen in mezelf, in mijn team en in de auto. Ook als het regende, ja. Wagenbeheersing, daar draaide alles om. Dat hadden we in onze tijd ook hartstikke nodig. Geloof me, anders was ik er echt niet meer geweest.”

Wagenbeheersing. Het stokpaardje van Van Lennep. Tegenwoordig ziet hij nog wel eens ‘van die jongens’ volledig onnodig crashen, schampert hij, bijna met minachting. Zelfs in de Formule 1 gebeurt het met de regelmaat van de klok.

‘Eindeloos 180-gradenslipjes maken’

,,Dan denk ik: ga eerst eens een uurtje of 100 in de slipschool aan de gang. Te lang tegensturen, overcorrigeren, ja, dan vraag je er bijna om, he? Kijk, tegensturen kan iedereen, maar als de slip opeens ophoudt, moet je veel sneller insturen, want dan blijf je op dezelfde lijn. Nu zie ik weleens jongetjes dure auto’s in de poeier rijden, terwijl het helemaal niet nodig is. Leer het gewoon! Ik heb zelf honderden uren geoefend op Zandvoort, bij de slipschool van Rob Slotenmaker. Moest ik van hem eindeloos 180-gradenslipjes maken en kreeg ik een dubbeltje van hem als ik de pionnen links en rechts niet had geraakt. Of driften met Porsches 911 op het circuit. Dat had allemaal niets met racen te maken, puur met wagenbeheersing.”

MORGEN DEEL 3: ‘Max is als coureur 100 keer zo goed als ik’


De extradikke vaderdageditie van FORMULE 1 Magazine ligt NU in de winkel, maar is ook digitaal te bestellen (met gratis bezorging in heel Nederland!).