De eerste editie was slaapverwekkend, sindsdien is de Azerbeidzjaanse GP vaak een spektakelnummer. Het Baku City Circuit staat synoniem voor duizelingwekkende snelheden en sensatie, een zekerheidje op de Formule 1-kalender. “Ik had wel wat slikmomentjes.”

Ze komen van heinde en verre om de bolides voorbij te zien stuiven. Niet in de klassieke snelheidstempel van Monza, maar op het ruim 2 kilometer lange rechte stuk asfalt in de straten van Bakoe wordt het maximale motorvermogen van de Formule 1-auto’s eruit geperst. Valtteri Bottas klokte er in 2016 378 kilometer per uur, nog altijd een record.

“Dat gevoel van snelheid krijg je in Bakoe wel mee”, aldus Daniël de Jong, die bij het allereerste nummer in Azerbeidzjan namens MP Motorsport in de GP2 Series reed. “Ik dacht soms: poeh, dit gaat wel heel erg hard. We reden daar volgens mij ook met weinig vleugel. Door de hobbels in het circuit voel je de snelheid nog meer, doordat alles op de auto klapt en beweegt. Zo wordt de beleving heel extreem. Ik merkte het in ieder geval zeker, ook door al dat beton om je heen.”

De Jong noemt Baku City Circuit een bijzondere baan. “Maar los van het circuit vind ik het land en de stad bijzonder. Bakoe is een beetje als Hollywood: aan de buitenkant is er heel veel opgeknapt en is het plaatje mooi, daarachter is het een bende. De Grand Prix is wel een hele happening met een apart sfeertje, alleen niet te vergelijken met Monaco. Op dat stratencircuit van Monte-Carlo kun je nauwelijks inhalen, in Bakoe had ik dat gevoel helemaal niet.”

Dat heeft, zo beseft De Jong, vooral te maken met de lay-out van het circuit aan de boorden van de Kaspische Zee. Twee immens lange rechte stukken nodigen uit tot slipstreamen en inhalen, iets waar de coureurs graag gebruik van maken. “Als je aan snelheid denkt, denk je meteen aan Monza. Maar Bakoe steekt daar nog bovenuit”, beweert De Jong. “Het is de overtreffende trap van Monza. Juist dat maakt de baan bijzonder. Het gaat zó hard. En ook nog op een stratencircuit… In Monza heb je uitloopstroken met grindbakken, in Bakoe zie je alleen betonnen muren om je heen en in de oude stad heb je juist weer een heel smal stuk.”

Lees alles over de Grand Prix van Azerbeidzjan

Die afwisseling maakt het circuit volgens De Jong zo apart, uniek en mooi. “Het is anders dan andere: uitdagender en met niets te vergelijken.” De baan in Bakoe is er een van uitersten, want er is nog een onderscheidende factor. “Er zit een heuvel in; je hebt te maken met best wel wat hoogteverschil. Ik vind het een heel gevarieerd circuit met lange rechte stukken, 90-gradenbochten, snellere bochten en die krappe stukken. Ik had er in de eerste training en kwalificatie wel wat moeite mee. Er was weinig grip, de auto gleed alle kanten op. Doordat het ook nog zo snel ging, gaf dat weinig vertrouwen.”

De omstandigheden verbeteren na de eerste sessies snel, heeft De Jong ervaren. Toch hangt er de permanente geur van gevaar. De Rotterdammer had wel een paar slikmomentjes, zoals hij ze noemt. “Hoewel de auto’s tegenwoordig erg veilig zijn, blijft het met die hoge snelheden en de betonnen muren tricky”, concludeert hij. “Maar dat geeft de baan in Bakoe ook zijn charme. Het mag af en toe best wel even slikken zijn; het is toch racen? Een beetje gevaar hoort erbij.”


NU in de winkel en ook digitaal te bestellen (met gratis bezorging in Nederland!): de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine! Met alles over de Dutch GP in Zandvoort, de spannende strijd tussen Lando Norris en Max Verstappen, interviews met George Russell, Rico Verhoeven en Ruud Gullit, reportages vanuit de paddock en nog veel meer!