Fernando Alonso maakt zijn Formule 1-debuut in 2001 bij Minardi. In 2002 stapt hij over naar Renault. Na een jaar als testrijder krijgt hij in 2003 een volwaardig zitje. Tijdens het tweede weekend van het seizoen in Maleisië verovert Alonso zijn eerste polepositie. Hij wordt ze de jongste coureur ooit in de Formule 1 die daarin slaagt. Enkel maanden later sneuvelt opnieuw een record. Met zijn 22 jaar en 26 dagen wint de Spanjaard in Hongarije als jongste coureur ooit een Grote Prijs. Het jaar nadien moet Alonso het zonder overwinningen stellen, maar dat maakt hij in 2005 ruimschoots goed. Alonso behaalt zeven overwinningen, zes poleposities en zijn regelmaat stelt hem in staat om zijn eerste wereldtitel te behalen. Hij is op dat moment de jongste wereldkampioen ooit. Lees ook: Weblog: Een comeback van Alonso, zit iemand behalve Fernando zelf daar nog op te wachten?
32 overwinningen
Een jaar later herhaalt Alonso dat kunstje. Dankzij zeven overwinningen weet hij Schumacher af te houden in de strijd om de titel. Op 25-jarige leeftijd wordt de Spanjaard voor de tweede keer wereldkampioen. Eind 2006 verlaat Alonso Renault met 15 overwinningen op de teller. Hij trekt naar McLaren, waarvoor hij in 2007 vier keer op de hoogste trede van het podium mag staan. In 2008 keert hij terug naar Renault, waar hij een rol krijgt in de beruchte ‘crashgate‘. Later trekt ‘Nando’ naar Ferrari (11 overwinningen) en opnieuw McLaren (0 overwinningen). Na een verzuurde relatie met McLarens motorleverancier Honda verlaat Alonso eind 2018 de Formule 1. Hij verzamelt uiteindelijk 32 overwinningen en 2 wereldtitels. De vijf laatste ’70 dagen tot groen licht’-artikels:37 dagen tot groen licht: 37 F1-races op de Hockenheimring
36 dagen tot groen licht: Damon Hill, de 36-jarige wereldkampioen
35 dagen tot groen licht: 35ste Grote Prijs van Nederland
34 dagen tot groen licht: 34 F1-races op de Hungaroring
33 dagen tot groen licht: 33 podiums voor een Nederlander