Achtergrond: Waarom het niet lang stil blijft op de motormarkt

Renault naar McLaren, Honda’s voor Toro Rosso – en op termijn misschien ook voor Red Bull, al raakt dat team steeds verder verstrengeld met Aston Martin. De kaarten op de motormarkt lijken geschud, de handen gedeeld, maar de zoektocht naar de azen voor als de motorregels in 2021 op de schop gaan, is al volop gaande.

Honda dat zich voor drie jaar aan Toro Rosso committeert, McLaren dat de komende drie seizoenen met Renault rijdt, Sauber dat voor ‘meerdere jaren’ bijtekent met Ferrari: het is geen toeval dat motordeals langlopende zaken zijn. Net zoals het geen toeval is dat die van McLaren en Toro Rosso tot en met 2020 lopen, het laatste jaar van de huidige motorformule, voor er in 2021 simpelere en goedkopere motoren geïntroduceerd worden.

De vraag is echter hoeveel simpeler, en hoeveel goedkoper, aangezien dat nu al ter discussie staat. De partijen die het nu goed voor elkaar hebben, hebben er geen baat bij alles om te gooien. Turbo of bi-turbo, ook de 2021-motoren worden vrijwel zeker hybride V6-krachtbronnen. Simpeler en goedkoper klinkt misschien alsnog hoopgevend voor eventuele nieuwkomers, maar al bestaande kennis wordt heus niet vergeten in Brixworth, Maranello, Viry-Châtillon en Sakura. De fabrieken daar zullen in de aanloop naar de nieuwe motorformule gewoon op volle toeren draaien, net als de motoren op de testbank.

Bankrekeningen en spaarpotjes
Een bijkomend punt is budget. Ferrari, Mercedes, Renault en Honda hoeven het daar niet om te laten – zolang de bestuursraden er geen genoeg van krijgen. Ze werken met goedgevulde bankrekeningen. Bij de mogelijke nieuwe spelers gaat het eerder om spaarpotjes. Aston Martin heeft al geroepen alleen te willen indien het qua kosten behapbaar wordt; Ilmor hoopt dat klanten het feestje (helpen) betalen; Cosworth had voor 2014 naar verluidt een prototype V6 liggen, maar kon er zonder geldschieter de markt niet mee op. Uitzondering op de regel is Porsche, al willen ook – of liever: zelfs – de Duitsers niet instappen als de kosten niet zakken.

Het betekent dat het grote onderhandelen kan beginnen, tussen de teams, motorbouwers en regelgevers.

De fabrikanten zullen voor hun eigen belangen vechten, de teams zullen zich achter de partijen scharen waarmee ze hun toekomst zien. De roep om ‘onafhankelijke’ leveranciers zal vermoedelijk blijven klinken vanuit Red Bull en McLaren, de topteams die al vooruit moeten kijken. Een gevolg van de houdgreep waarin vooral Mercedes en Ferrari de motormarkt houden nu zij de azen in handen en voor het uitdelen hebben.

Inzet
Wat Red Bull en McLaren intussen hebben gedaan, is gokken op wat anders in de hoop dat dat beter is. Voor de middellange termijn, waarbij Red Bull behalve de al dan niet tijdelijke Renault-kaart ook de Honda-joker nog achter de hand heeft. Voor 2021 is het nieuwe ronde, hopelijk nieuwe kansen.

Dat begint met een spelletje ‘wie durft’ tussen Porsche, Aston Martin en firma’s als Cosworth, Ilmor, enzovoort. Of stampt McLaren zelf een motortak uit de grond? En bekent Sauber ondertussen kleur en worden motoren of bolides tot Alfa Romeo’s omgedoopt? Over kleur gesproken: Williams, dat absoluut baat zou hebben bij steun van een autofabrikant, rijdt in de Martini-tricolore die Porsche in de GT-racerij zo goed staat. Natuurlijk, Porsche wordt vaak automatisch aan Red Bull gekoppeld, maar dat heeft Aston Martin als partner, bouwde een hypercar met de Britten, krijgt het vanaf 2018 als titelsponsor en zo lijkt die band alleen maar inniger te worden.

De vraag voor nu is wie het eerst durft in te zetten, en hoeveel en voor hoelang. Voor McLaren was het drie jaar in een doorlopende relatie met Honda al folden geblazen. Zou het team uit Woking nog eens all-in gaan? Heeft Red Bull geleerd van het mislukte potje blufpoker met Mercedes en Ferrari dat het na een breuk met Renault toch weer bij de Fransen bracht? Van rokerige achterkamertjes tot Strategy Group-meetings en in de spotlights van de paddock: het high stakes dealen gaat gewoon verder.