Zondag staat de GP van Qatar weer op het programma. De kleine oliestaat heeft een langdurig contract op zak. Wat wil Qatar met de sport en hoe leuk is een Grand Prix op dit circuit eigenlijk?
De golfregio is inmiddels onlosmakelijk verbonden met de koningsklasse van de mondiale autosport. Na eerder al Bahrein (Sakhir) en de Verenigde Arabische Emiraten (Abu Dhabi) sprong Qatar net als Saoedi-Arabië (Jeddah) enkele jaren geleden op de rijdende trein die Formule 1 heet. F1 is hot. Ook in het Midden-Oosten, al langere tijd.
Zo prijkt de Grand Prix van Bahrein sinds 2004 op de kalender. De organisatie heeft inmiddels het alleenrecht op de openingsrace. Vorig jaar werd het nog tot 2026 lopende contract opengebroken en verlengd tot 2036. De kosten voor de jaarlijkse ‘fee’ bedragen volgens onder meer Forbes en Formula Money zo’n 45 miljoen dollar (42 miljoen euro).
In Abu Dhabi gingen ze dan weer voor een ander prestigieus plekje op de kalender: de seizoensafsluiting. De achterliggende gedachte? De hoop het decor te kunnen zijn voor een ontknoping zoals die in de titelstrijd van 2021 tussen Max Verstappen en Lewis Hamilton. Ze tikken er in de Verenigde Arabische Emiraten jaarlijks 40 miljoen dollar voor af.
55 miljoen dollar per jaar
Qatar gaat daar, net als de andere nieuwkomer Saudi-Arabië, sinds 2021 fors overheen. Beide landen hoesten naar verluidt 55 miljoen dollar per jaar op voor hun plek op de kalender, in combinatie met een tienjarig contract. De redenering en motivatie in dit geval: via sport een prominente rol op het wereldtoneel claimen.
In Qatar timmeren ze met sportevenementen overigens al langer aan de weg, bijvoorbeeld via de jaarlijkse MotoGP-races. Op de kalender van de mondiale tweewielers is het Losail International Circuit al sinds 2004 een vaste waarde.
“Sport draagt bij aan het zichtbaar maken van Qatar”, betoogde Gerd Nonneman eerder bij de NOS in de aanloop naar het WK voetbal in dat land. De Belgische hoogleraar geldt als expert voor internationale betrekkingen. “Qatar bevindt zich in een regio waar continu dreiging op de loer ligt. Bijvoorbeeld vanuit Iran, Irak en Saudi-Arabië. Het is daarom nuttig om vrienden te hebben. Qatar wil geliefd worden door andere landen.”
Tegenovergesteld effect
Dat die missie ook een tegenovergesteld effect kan hebben, bleek rondom het WK. Qatar kreeg veel kritiek met betrekking tot de mensenrechtensituatie, de omstandigheden van arbeidsmigranten en de zweem van corruptie rond de toewijzing van het wereldkampioenschap. Het maakte Qatar in de westerse wereld juist allesbehalve geliefd.
Voor het kleine land dient sport echter als middel voor een groter doel: van prestige tot eer, van zichtbaarheid tot zelfs dus geopolitieke veiligheid. Aan oliedollars geen gebrek, dus er kon flink met de geldbuidel gerammeld worden om de Formule 1 binnen te halen. Helemaal uit het niets komt de interesse in de autosport overigens niet: al sinds 1987 organiseert de Qatar Motor and Motorcycle Federation tal van andere races.
‘Circuit met een mooie flow’
Nicky Catsburg kan het weten. Hij kwam, net als onder anderen landgenoot Tom Coronel, in het WTCC in het verleden al diverse keren in actie op het Losail International Circuit. Catsburg stond er in 2017 zelfs op het podium. “Het is even geleden, maar ik vond het altijd een supergaaf circuit met een mooie flow”, kijkt hij terug. Catsburg roemt de medium- en hogesnelheidsbochten. Toch was er ook een nadeel. “Er lag wel vaak zand op de baan. Dat maakte de trainingen moeilijk en zorgde voor grote veranderingen tijdens het weekend.”
Dat er van oudsher vooral motoren in plaats auto’s in actie kwamen op het circuit was volgens Catsburg duidelijk merkbaar. “Het was toen al een typisch motorcircuit, dus veel platte kerbstones en kuntsgrasstroken als run-off.”
Lees hier alles over de GP van Qatar
Wil je alles weten over de vierde wereldtitel van Max Verstappen? Koop dan NU onze extra kampioensspecial met exclusieve interviews en reportages vanuit Las Vegas.