Alex Albon steeg tijdens de Grand Prix van Canada ver boven zichzelf en anderen uit door Williams een zevende plek te bezorgen. Hij hield snellere coureurs in snellere auto’s knap achter zich, zoals hij al vaker een voor een huzarenstukje zorgde in de Williams. Eerder sprak FORMULE 1 Magazine hem al: een longread over Alex Albon, kleurrijke kopman op en naast de baan.
In het Engels noemen ze hem soft-spoken. Albon is namelijk niet alleen letterlijk zacht van stem, maar ook verre van een praatjesmaker of brulaap. Het verlegene van zijn eerste Formule 1-jaren, dat hem bij Red Bull soms parten leek te spelen, is er wel af nu hij Williams’ kopman is. Al zou je de Britse Thai nog altijd als beleefd en bescheiden typeren. Tegenover Albon gezeten bespreekt hij alles desondanks open en met interesse, is hij een betrokken gesprekspartner. Ja, geïnterviewd worden is soms lopendebandwerk voor een Formule 1-coureur, maar Albon is niet het type om de kleine twintig minuten samen onderuitgezakt als een ‘moetje’ af te doen.
Dat je als coureur in het tijdperk van Netflix, Drive to Survive en social media wat meer van jezelf moet prijsgeven, haast wordt geacht een inkijkje in je leven te geven, hoort er volgens Albon niet alleen bij, maar is zelfs een goede zaak. “Ik weet eigenlijk niet zeker hoe het voor Drive to Survive was”, erkent de coureur die in de Formule 1 debuteerde toen de opnames voor het tweede seizoen van het docudrama al liepen. “Maar ik kan me voorstellen dat coureurs door veel mensen haast als onbereikbaar werden gezien, als onaantastbaar.” Voor alle fans en volgers, denkt Albon, “is het geweldig om te zien hoe we achter de schermen zijn. Dat we ook gewoon hele normale mensen zijn die met de stress van het dagelijkse leven te maken hebben.”
Normaal, weet hij, is daarbij wel een relatief begrip. “Oké, het dagelijks leven en de stress die wij hebben, zijn anders dan voor andere mensen. Maar het is toch leuk de verschillende personalities te zien.” Zeker jongere coureurs, gelooft hij, zijn zich daar ook van bewust. En spelen hier vaak een actieve rol in. Ook buiten de hoofd- en bijrollen die ze tegenwoordig op Netflix spelen.
“Bijvoorbeeld door tijdens COVID te streamen hoe we samen games speelden. Zo konden mensen onze onderlinge vriendschappen zien”, verwijst hij naar hoe hijzelf deel uitmaakte van wat de Britse pers ‘het Twitch-kwartet’ noemde, naar de game-streamingdienst waarop hij, Lando Norris, George Russell en Charles Leclerc speelden.
Coronajaren
Albon vindt het mooi dat ze, juist tijdens de voor jongeren moeilijke coronajaren, zo een jong publiek wisten te bereiken. Betrokken wisten te maken. Op een andere manier dan veel oudere fans dat vaak zijn. “Bij die jonge fans zie je meestal dat ze niet alleen supporters zijn van de Formule 1, maar het lijkt ook echt alsof ze ons nauwlettender volgen dan dat. Dat ze ook echt interesse hebben in onze levens, lifestyle en vriendinnen.”
Over vriendinnen gesproken: die van Albon heet Lily Muni He en is een professioneel golfster, die inderdaad ook vaak op Albons Instagram te zien is – en vice versa. De setting is dan vaak de green of een ander deel van de golfbaan. Dat ze allebei topsporter zijn, zegt Albon, is fijn omdat ze dezelfde drive delen – zowel in het golf als racen een belangrijk begrip. “Je moet in de sport vrij egoïstisch zijn, in zekere zin ben je erg op jezelf gericht. Je sport staat in veel opzichten op de eerste plek.”
“We begrijpen dat echter allebei en steunen elkaar zoveel mogelijk. Het is ook leuk dat onderlinge begrip te hebben”, haalt hij aan. Het helpt in de onderlinge communicatie, stelt Albon. “Ik ben tijdens een raceweekend een ander persoon dan buiten het raceweekend. Meer on edge. Wat meer een diva, als je het zo wil noemen!”, lacht hij. “Dat begrijpt ze dan. Ze weet het. Als zij moet golfen, is het niet anders. Dan staat zij op scherp, moet zij presteren. Die stress is er altijd. Ik snap dat. Weet ook dat dat goed is”, zegt hij.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Golf is volgens Albon moeilijk met racen te vergelijken, behalve dat hij uitlicht dat het ‘allebei hele mentale sporten zijn’. “Meer dan bijvoorbeeld een sport waarin het fysieke vooropstaat.” De grootste gemene delers, volgens hem: “Competitie is competitie en de adrenaline en druk zijn altijd hetzelfde.”
Zien hoe zijn vriendin daarmee omgaat en op topniveau golft, vindt Albon super. Al speelt hijzelf tegenwoordig ook geregeld een rondje. Zijn interesse in golf viel samen met toen hij Lily leerde kennen – ‘het is er tussen ons mee begonnen dat we het gewoon als vrienden over golf hadden’ – al speelt hij ook vaak met zijn oude vrienden George en Lando. Russell en Norris, dus.
“Wij drie begonnen rond dezelfde tijd te begrijpen hoe golf werkt. Het is heel anders dan racen. Het is een erg langzame sport, de bal ligt veel stil en beweegt niet – jij moet ernaartoe wandelen. Dat maakt het een lekkere, chilled-out manier om even weg te zijn van het racen.”
In een hele andere (natuur)omgeving, ook nog eens. Wat ook zo zijn aantrekkingskracht heeft. “Als coureurs reizen we veel, hebben de kans naar goede hotels en mooie plekken te gaan. Dan is er bijna altijd een golfbaan in de buurt. In plaats van lunchen, gaan we golfen.”
Mansells mantra’s
Dat er onder de coureurs volgens Albon veel golfers zijn, is niet vreemd. Van oudsher is menig coureur op een vrije dag (of trainingsdag) met clubs in de hand op de club te vinden. Zo was nota bene de notoire rouwdouwer Nigel Mansell een dusdanig begenadigd golfer dat hij in meerdere proftoernooien speelde – en in 1988 tussen twee Formule 1-seizoenen als wildcard meedeed aan de Australian Open! Volgens de overlevering, en een artikel in The Guardian, moest Mansell het als golfer net als coureur meer van doorzettingsvermogen dan stijl hebben.
Behalve bij zijn vriendin zou Albon dus ook bij Mansell voor golftips terecht kunnen. Qua wijze raad heeft hij sowieso een soort van bijval van de wereldkampioen Formule 1 van 1992. Al is dat een beetje een lang – en gek – verhaal. Het begint ermee dat Albon bij de Amerikaanse Grand Prix een foto van zijn beeldschermachtergrond deelde: een photoshop waarin Albon hoofdrolspeler Ricky Bobby vervangt in een filmposter van de NASCAR-comedy Talladega Nights.
“De jongens bij Williams zijn wel in voor een grap, dus altijd als ik de engineering-kamer inloop, staat er een nieuwe screensaver op mijn beeldscherm. In Amerika was dat deze film, maar normaal gesproken is het een foto van Nigel Mansell”, legt hij uit.
Vrijwel elke versie van Mansell, hoe obscuur ook, is wel in fotovorm voorbijgekomen. “Dus the guys steken misschien ook iets te veel tijd in het editen van screensavers”, grapt hij. “Waar het vandaan komt, weet ik niet, maar Nigel is een soort icoon voor Williams. Een echte ambassadeur door alles wat hij heeft bereikt. Daar zijn we dus op in gaan spelen.”
En het gaat niet alleen om screensavers. “We hebben soms ook een afbeelding of sticker van Nigel in de cockpit met een spraakwolkje er boven zodat ‘Nigel’ ons eraan herinnert wat we wel of niet moeten doen in de auto. Dingen als: ‘Pas op, kom niet boven deze watertemperatuur!’ Van daaruit zijn ook die screensavers ontstaan.”
Tekentalent
Albon zelf weet de weg overigens ook wel te vinden in photoshop en is enige creativiteit evenmin vreemd. Zo hielp hij vriend en collega Russell jarenlang zijn helmontwerpen te maken. “Ik heb voor aardig wat coureurs, vrienden van me, helmen ontworpen.” Hij doet het nu niet meer zo vaak, maar heeft nog altijd een hand in de designs die zijn helmontwerper voor hem maakt. “Als ik het niet leuk vind, edit ik het zelf – want ik weet hoe dat soort software werkt – en stuur het terug: ‘dit is wat ik wil’.”
Hij is, beaamt hij, altijd creatief geweest. Goed in tekenen ook, vroeger op school. “Ik vind schilderen ook leuk.” Niet dat hij een schildercarrière voor zichzelf had gezien als hij geen coureur was geworden, maar toch. “Ik zou graag nog eens het een of ander ontwerpen. Was ik geen coureur geworden, dan had ik graag iets creatiefs gedaan. Zoals met de constructie of het ontwerp van bijvoorbeeld huizen.”
Hij is echter coureur geworden, heeft de absolute top bereikt, de Formule 1. Achter het stuur kan Albon zijn creativiteit op een andere manier kwijt. Na de lastige Red Bull-jaren heeft hij bij Williams een nieuw thuis gevonden. Hij lijkt er beter in zijn vel te zitten dan ooit. En laat ook steeds meer van zichzelf zien.
Wil je het volledige interview lezen? Dat kan! Want het hele interview lees je in de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine! Die ligt nu in de winkel. Met zoals altijd boeiende verhalen, interessante reportages, achtergronden en interviews, duiding over techniek en onderscheidende fotografie! En natuurlijk alles over de Grand Prix van Canada. In dit nummer onder meer:
- Max Verstappen, aanjager van Red Bulls recordregen
- Exclusief! Raymond Vermeulen, de architect van Max’ imperium
- Lance Stroll, delicate kwestie van een kwart miljard dollar
- Het andere leven van hotelier & kunstverzamelaar Helmut Marko
- Coureur of operazanger? Het dilemma van Giuseppe Campari
- Columns Rob Kamphues & Amber Brantsen
- Het allermooiste beeld van Peter van Egmond
Haal het blad in de winkel of bestel hieronder en krijg ‘m thuisgestuurd (gratis verzending in Nederland!)