
Alonso vindt dat 2012, één van de drie seizoenen waarin hij vice-kampioen werd met Ferrari, zijn beste jaar in de Formule 1 was.
Ter illustratie hiervan, noemt Alonso het kwalificatieduel met zijn teamgenoot Jenson Button. “Jenson is een geweldige coureur, dat heb ik de afgelopen twee jaar wel gezien, maar ik versloeg hem in 2016 stelselmatig. Volgens mij won ik dat duel met 13 -5”, zegt de coureur die het eigenlijk met 15 – 4 won. “Er waren daarbij ook nog eens een aantal kwalificaties waarbij ik vooraf al een straf had gekregen en alleen Q1 deed, dus het verschil had nog groter kunnen zijn. Ik zie 2016 dan ook als een seizoen waarin ik op een erg hoog niveau heb gepresteerd.”

Alonso denkt dat zijn kwalificatievorm onderstreept hoe sterk hij in 2016 was. Qua punten klopte hij Button echter ook ruim, met 54 om 21.
“Ik ben blij met wat we hebben gepresteerd, en met de progressie die het team heeft geboekt”, zegt hij na een 2016 met McLaren dat vele malen beter was dan 2015. “Dit jaar heeft me een compleet ander gevoel gegeven. Twaalf maanden geleden waren we teleurgesteld, nu overheersen optimisme en vreugde.” “We weten dat er nog een lange weg te gaan is, maar het gevoel is een stuk beter”, zegt Alonso, die tegenover Autosport daarentegen nog wel erkent dat hij het mist om kampioenschappen te vechten. “Dat is de laatste vier jaar echter al zo”, doelt hij eveneens op zijn laatste twee Ferrari-seizoenen. “Ik mis het gevoel van op een circuit komen en kansen hebben, maar aan de andere kant voel ik me ook enorm dankbaar dat ik dat alles – al die druk en emoties – vijf seizoenen lang heb mogen ervaren en twee titels heb gewonnen”, zo prijst hij zich gelukkig. “Ik heb immers enorm getalenteerde collega’s die niet eens de kans hebben gehad Formule 1 te rijden. Of die, als ze het al halen, ondanks al hun talent nooit op het podium komen, nooit pole pakken, of bijvoorbeeld maar één keer winnen. Dus ja, ik prijs me gelukkig, maar ik mis het strijden om titels ook.”