Oud-Formule 1-coureur Fernando Alonso zegt dat de Formule 1 en de Dakar ‘heel verschillend’ zijn. Vooral de rijtechniek en het verkennen van het terrein zijn grote uitdagingen volgens de tweevoudig wereldkampioen, die in 2020 deelneemt aan de Dakar Rally met Toyota.
Fernando Alonso heeft al meerdere tests afgelegd in de afgelopen maanden ter voorbereiding van de woestijnrally. Zo nam hij in september deel aan de Rally van Marokko en in oktober eindigde hij als zestiende tijdens de Lichtenburg 400 in Zuid-Afrika. De Spanjaard merkt na zijn tests dat hij in de Dakar anders moet rijden dan in de Formule 1.
”De Formule 1 en Dakar zijn heel verschillend”, vertelt Alonso tegen Racefans.net. ”De rijtechniek is heel anders. Je gebruikt in de Dakar de hele tijd allebei je voeten terwijl je in de eenzitters niet eens het rempedaal mag aanraken terwijl je gas geeft omdat het brandstofverbruik dan veel hoger ligt”, aldus de Spanjaard.
Lees ook: Fernando Alonso neemt deel aan Dakar Rally in 2020 met Toyota‘Lastig om aan te passen’
Volgens Alonso is het nodig dat de coureurs gedurende het hele parcours geconcentreerd zijn, omdat het terrein altijd verandert. ”Je wordt elke kilometer geconfronteerd met het onbekende en je moet het terrein verkennen, terwijl alles op het circuit geoptimaliseerd is, ronde na ronde”, legt Alonso uit.
Daarnaast rijden de Dakar-coureurs urenlang op een dag terwijl een Formule 1-race maximaal twee uur duurt. ”In de Formule 1 zijn we gewend om anderhalf uur geconcentreerd te zijn en kan je zelfs relaxen op de rechte stukken, je hebt de tijd om het stuur aan te raken en om andere dingen te doen. In de Dakar is elke meter nieuw. Je moet dus elke dag zo’n acht tot negen uur op een heel ander niveau geconcentreerd blijven. Het is dus lastig om je aan te passen”, aldus Alonso.