Alonso pakte op Silverstone de eerste overwinning van Ferrari in 2011. De achterstand naar kampioenschapsleider Sebastian Vettel is aanzienlijk: 92 punten.
“Het wordt absoluut lastig om de titel binnen te slepen. Onze achterstand is aanzienlijk”, beseft Alonso in een gesprek met Formule1.nl-medewerker Adam Cooper. “We geven het echter niet op, blijven proberen races te winnen en wachten op foutjes die Red Bull Racing gaat maken. Als het er om gaat spannen kijken we wel weer hoe wij er voor staan. We zien wel.”
“Ik denk dat we het zo slecht nog niet doen dit jaar. We hebben volgens mij 52 punten meer dan vorig jaar na negen races dus we zijn sterker geworden. Red Bull was in de eerste seizoenshelft echter heel dominant. Het enige dat wij kunnen doen is hard werken en van elke zondag genieten. Dan zien we aan het einde wel hoe ver we zijn gekomen.”
De Spanjaard zal vanaf de Duitse Grand Prix risico’s nemen om zijn titelkansen in leven te houden. “We bekijken het race voor race en gaan elk weekend risico’s nemen. Als ik het kampioenschap zou aanvoeren, was ik meer op mijn hoede geweest: je moet alleen zorgen dat je finisht. Nu sta ik negentig punten achter en daarom moet ik in de kwalificatie al risico’s nemen om zoveel mogelijk naar voren te staan. Datzelfde geldt voor elke start. We hebben niets te verliezen. Het is dus geen ramp als ik een keer een andere auto raak of slecht vertrek. Ook gaan we risico’s nemen met onze strategie.”
Volgens Alonso heeft zijn overwinning in de Grand Prix van Groot-Brittannië zijn team weer hoop gegeven. “Het was natuurlijk een boost voor ze omdat de eerste races niet goed verliepen. Vervolgens kwamen we met nieuwe onderdelen waarvan sommige het wel deden, maar andere juist niet. In de afgelopen vier of vijf races slaat elke vernieuwing aan en dat is absoluut goed nieuws voor ons. Dat geeft hoop voor de rest van het jaar.”
“Ik heb nu veel vertrouwen in de auto. De ingenieurs, ontwerpers en de mensen van de aerodynamica-afdeling weten dat het harde werken voor goede resultaten op zondag zorgt.”