Fernando Alonso heeft veel geleerd van het World Endurance Championship (WEC), Dakar en de IndyCar. Volgens hem is de Formule 1 ‘erg gesloten’ en verandert de rijstijl van de coureur daar weinig: “Je herhaalt eigenlijk elke twee weken hetzelfde soort activiteit.”
Alonso maakte al tijdens zijn Formule 1-carrière uitstapjes. Zo reed hij namens McLaren de Indy 500 in 2017, waar hij uitviel na motorproblemen, en stapte hij in de LMP1 Hybride van Toyota voor de 24 Uur van Le Mans in 2018 en 2019, welke hij beide won. Na het seizoen 2018 nam Alonso afscheid van de Formule 1 en maakte hij ook nog een uitstapje naar de Dakar, de bekendste duinenrace ter wereld.
Lees ook: Alonso stelt autobiografie uit tot na pensioen ‘om de waarheid te vertellen’
Alonso benadrukt veel geleerd te hebben van zijn uitstapjes naar het WEC, Dakar en IndyCar. “De Formule 1 is erg ‘gesloten’, je herhaalt eigenlijk elke twee weken hetzelfde soort activiteit”, legt Alonso uit. “Je rijstijl verandert er zodoende niet door. Je past je aan de instructies van het team aan om het maximale uit de auto te halen, daar stel je je qua rijstijl op in.”
“Het wordt allemaal zo gereguleerd”, vervolgt de tweevoudig wereldkampioen. “Je kan tijdens een Formule 1-weekend niet improviseren. In de langeafstandsracerij kan je veel meer jezelf zijn. Je komt telkens op onverwachte momenten verkeer tegen. Daarnaast deel je je auto met je teamgenoten. Je leert dus dingen, leert een andere aanpak, en dat neem je mee.”
Lees ook: Alpine met ‘vrij behoorlijk updatepakket’ naar Imola: ‘En er komt nog meer aan’
“Indycar is hetzelfde. Daar gaat het qua setup en voorbereiding op een race als de Indy 500 heel erg om de details, nog meer dan in een Formule 1-weekend. In IndyCar zijn de auto’s immers hetzelfde en hebben die details en je rijstijl dus veel invloed. Zo heb ik veel lessen geleerd die ik hopelijk kan gebruiken in de toekomst”, besluit Alonso.