Ferrari-kopman Fernando Alonso is gematigd positief gestemd naar aanleiding van de eerste dag van het Australische raceweekend, al wil hij zich nog niet aan voorspellingen wagen.

 

Alonso sloot beide trainingen als vierde af, maar hecht daar eigenlijk geen waarde aan. “Het heeft geen zin om naar de tijdenlijst te kijken”, zegt de coureur voor wie de nadruk vandaag op het evalueren van zijn bolide lag: “Ik ben best wel tevreden met hoe hij aanvoelde”, zegt hij daar over. “We hebben namelijk veel verschillende onderdelen kunnen evalueren en de balans is goed.”

 

Toch is nog niet al het testwerk dat voor aanvang van de kwalificatie gedaan moet worden inmiddels achter de rug, zo vertelt Alonso: “Het regenachtige weer zorgde ervoor dat we niet ons gehele programma hebben kunnen afwerken en morgen tijdens de derde training dus nog het één en ander moeten doen, maar ik denk dat dit voor iedereen opgaat”, tilt hij er ook weer niet te zwaar aan.

 

Voorspellingen voor morgen en overmorgen wil Alonso wat zijn eigen mogelijkheden betreft dus niet doen, maar hij spreekt wel de verwachting uit dat er verrassende uitslagen uit de bus komen rollen. “Ik denk dat de grid redelijk door elkaar geschud kan zijn, omdat een aantal teams een goede winter achter de rug heeft.”

 

“Wat onszelf betreft, mag het duidelijk zijn dat we onze uitereste best gaan doen en proberen om de auto zo goed mogelijk af te stellen en zo snel mogelijk te maken. Op welke plek op de grid we dan terecht komen, zien we morgen wel.”

 

Alonso’s teamgenoot Felipe Massa kende een wat lastigere dag achter het stuur van de andere Ferrari F2012. “Vanwege het weer was dit een vrij moeilijke dag, want we konden nu niet zoveel rijden als we hadden gepland.”

 

“In de eerste sessie kwam ik bovendien even naast de baan terecht, terwijl de regen er in de tweede training voor zorgde dat de baan lange tijd erg nat bleef en we pas aan het eind op droge banden konden rijden. Al met al hebben we dus niet al te veel kunnen opsteken en ik denk dat de kwalificatie van morgen pas de eerste echte goede graadmeter wordt.”