,,Met een tweede plek kan ik leven”, wist Fernando Alonso nog voor de eerste vrije trainingen in Imola te vertellen. Dus houdt hij na afloop van de race woord, want hij is tevreden. Misschien dat er wat meer in had gezeten. Maar hoe breder Michael Schumacher zich maakte, hoe moeilijker het werd om in te halen. Het leek wel een herhaling van vorig jaar, alleen was de uitkomst nu anders. Vorig jaar kwam Schumacher Alonso niet voorbij, nu was het omgekeerd. Dat was al snel duidelijk in feite. Alonso was zoveel sneller toen hij het gat dichtte, dat hij er haast wel toe in staat moest zijn om de Ferrari-coureur in te halen. Maar hoe langer het duurde, ook na de laatste pitstop, des te kleiner de kans dat het er nog van zou komen.

Veel deerde het ook niet. Alonso’s voorsprong in het kampioenschap bedraagt nog steeds vijftien punten. Geen verkeerde marge, na vier races. ,,Michael zei het al. Inhalen is hier onmogelijk als de ander geen fout maakt. Ik loerde op mijn kans, maar die kwam niet. Maar ik ben tevreden. De kwalificatie hebben we verreden met meer benzine dan de anderen en dat was de juiste beslissing.”

Renault besloot Alonso eerder naar binnen te halen, om zodoende alsnog de leiding te pakken. Dat was best mogelijk omdat Schumacher op bepaalde momenten twee seconden langzamer reed dan normaal. Ferrari anticipeerde echter op Renaults tactiek en bracht Schumacher snel een ronde later binnen. ,,Achteraf gezien hadden we misschien beter kunnen wachten en de oorspronkelijke planning aan kunnen houden. Desondanks heb ik acht belangrijke punten voor de titelstrijd gescoord”, besluit Alonso.

KVN