Fernando Alonso heeft zich als vijfde gekwalificeerd voor de Indianapolis 500 van volgende week zondag. Scott Dixon staat op pole.
Alonso was als derde aan de beurt in de kwalificatie voor de
fast nine, de negen snelste mannen uit de ‘pre-kwalificatie’ van zaterdag die zondagavond Nederlandse tijd om de pole mochten vechten.
Conform het kwalificatie-format rijden de coureurs daarbij één-voor-één, waarbij ze allemaal vier kwalificatierondjes achter elkaar doen en het gemiddelde telt.
Alonso opende sterk, met 231.113 mijl per uur, reed een nog betere tweede ronde en vervolgens een nóg snellere derde, met 231.475 mijl. Zijn vierde ronde was minder, maar alsnog beter dan ronde één en twee. Alonso’s gemiddelde kwam op 231.300 mijl per uur, oftewel 372.241 km/u.
De Spanjaard stond daarmee provisioneel op pole, maar het feest was van korte duur. Alonso, die met een door Andretti Autosport gerunde inschrijving van McLaren Honda Andretti rijdt, zag zijn Andretti Autosport-teamgenoot Alexander Rossi daarna namelijk sneller gaan.
De Amerikaanse ex-Formule 1-coureur Rossi, de Indy 500-winnaar van vorig jaar, deed zijn vier rondjes in gemiddeld 372.542 kilometer per uur. Ook voor Rossi zat pole er echter niet in.
Ganassi’s Scott Dixon, die als zevende van de
fast nine aan de beurt was, reed de snelste openingsronde van allemaal en hield zijn moordende tempo zijn hele
run vast. De coureur uit Nieuw-Zeeland liet uiteindelijk een gemiddelde snelheid van 373.632 kilometer per uur noteren.
Na Dixon waren voormalig Formule 1-coureur Takuma Sato en
local boy Ed Carpenter nog aan de beurt, maar zij kwamen niet aan het tempo dat hij reed. Carpenter was wel tweede, Sato – die de muur bij bocht twee een flinke kus gaf – werd vierde, met Rossi op P3 en Alonso dus vijfde.
Het betekent dat Alonso volgende week zondag op de tweede rij start. De startrijen voor de rollende start op de Indianapolis Motor Speedway zijn drie breed, wat Alonso een plekje in het midden geeft, tussen Sato en de Amerikaan JR Hildebrand.
“De auto voelde beter dan zaterdag, de balans was beter”, vertelde Alonso
ESPN. De Spanjaard had elke ronde wel een ‘momentje’, zo zei hij, en liet door een klein probleempje met de motorinstellingen net wat snelheid liggen bij het uitkomen van bocht vier, maar zijn auto deed het toch goed en hij stond te glunderen: “Dit is de grootste race ter wereld. Nu met de kwalificatie, nu het erom gaat echt hard te gaan, met alle fans op de tribunes, voel je dat nog meer dan normaal. Ik heb heel veel zin in de race volgende week zondag.”
Montoya en Bourdais
Met, Alonso meegerekend, vier van de zes door Andretti gerunde auto’s bij de eerste negen, deed dat team goede zaken. Voor de
fast nine aan de beurt waren, werd door de rest van het veld gekwalificeerd, met de plekken vanaf P10 als inzet.
Andretti’s Ryan Hunter-Reay was de snelste man van deze club en start de race dus als tiende. De Britse ex-Formule 1-coureur Max Chilton was vijftiende, voor voormalig Formule 1-coureur (en tweevoudig Indy 500-winnaar) Juan Pablo Montoya, die zich als achttiende kwalificeerde.
Montoya komt uit voor topteam Penske, dat een slecht weekend had. De Australiër Will Power (negende) was de enige Penske-coureur in de top negen.
De Franse voormalig Formule 1-coureur Sébastien Bourdais (Dale Coyne Racing) crashte zaterdag hard op de eerste kwalificatie-dag. Hij brak daarbij zijn bekken en heup. De coureur uit Le Mans is met succes geopereerd, maar doet volgende week niet mee aan de Indianapolis 500.