Fernando Alonso keerde dit jaar na twee jaar afwezigheid terug in de Formule 1. Sinds zijn afscheid eind 2018 proefde Alonso van verschillende disciplines en raceklassen, maar toen de kans zich voordeed, was de keuze voor een terugkeer in de Formule 1 snel gemaakt. “De Formule 1 was de enige klasse die gezond genoeg was om na de pandemie zeker te zijn van een competitief kampioenschap.”
Fernando Alonso begon in 2021 aan zijn achttiende seizoen in de Formule 1. Eind 2018 nam de Spanjaard tijdelijk afscheid van de koningsklasse van de autosport. In de periode die volgde, waagde hij zich aan verschillende andere avonturen. Zo nam hij in 2019 en 2020 – een keer race en een keer slechts kwalificatie – deel aan de Indy 500. In januari vorig jaar stond Alonso dan weer aan de start van de Dakar Rally, waarin hij uiteindelijk dertiende finishte.
Lees ook: Alonso slechts zeventiende: ‘Niet gedacht dat we zo langzaam zouden zijn’
“Ik was best tevreden over hoe alles was verlopen in mijn Formule 1-carrière, maar ik geniet echt van racen. Ik ontdekte die passie zelfs toen ik de Formule 1 had verlaten. De manier waarop ik genoot van alle uitdagingen die ik deed, het verbaasde me zelfs een beetje over hoezeer ik het nodig had om een stuur in mijn handen te hebben”, vertelt Alonso aan Racer over de periode na zijn afscheid van de Formule 1.
Maar ondanks het plezier in andere autosportklassen, kwam de tweevoudig wereldkampioen toch opnieuw in de F1 terecht. “Nadat ik Dakar had uitgereden, had ik de mogelijkheid om terug te keren in de Formule 1. Ik heb andere raceklassen overwogen, maar ik denk dat de Formule 1 de enige klasse was die gezond genoeg was om na de pandemie zeker te zijn van een competitief kampioenschap, met raceweekends die een beetje normaal waren. Dat was dus de motivatie achter de comeback. Dat en de liefde voor het racen en voor de Formule 1”, aldus Alonso.
Lees ook: Alonso over Hamilton: ‘Ook met de beste auto moet je ieder weekend presteren’