Sebastian Vettel stond dan wel op de hoogste trede van het podium, maar voor Ferrari-coureur Fernando Alonso, die vandaag tweede werd, klapten de tifosi uiteraard het hardst.

“Het is goed om hier tweede te worden en op dit podium – het mooiste podium in de Formule 1 – te staan”, vertelde Alonso, die zich maar met moeite verstaanbaar kon maken boven het gejuich en gejoel van de tifosi.

Alonso, die de race als vijfde was begonnen, kreeg het niet cadeau. “Het was flink knokken geblazen, want bij en na de start moest ik nog voorbij aan Nico Hülkenberg, Mark Webber en mijn teamgenoot Felipe Massa. Helaas kon ik daarna het gat naar Vettel niet dichten, terwijl ik het ook weer aan de stok kreeg met Mark en dat gevecht tot aan de vlag duurde.”

Een gokje met de strategie, langer doorrijden terwijl Vettel al naar binnen was geweest, leverde helaas ook niets op. “Maar we moesten gewoon een gokje nemen, aangezien we tweede in het kampioenschap staan en eigenlijk niets te verliezen hadden.”

Als slotwoord spreekt Alonso nog een woord van dank uit naar zijn team en de tifosi. “Ik ben iedereen binnen het team dankbaar voor alles dat ze voor me doen en ben de fans en Italië dankbaar voor hun steun. Ik weet dat er mensen zijn die het willen doen voorkomen dat er onenigheid bestaat tussen het team en mij, maar dit alles hier vandaag laat wel zien hoe goed we samen zijn.”

Massa
Achter Alonso en diens belager Webber kwam Felipe Massa als vierde over de streep. “Mijn start en mijn race waren goed, maar helaas was mijn pitstop dat niet en daardoor verloor ik een plek aan Mark”, zo vertelt Massa aan de BBC hoe de derde plaats door zijn vingers glipte. “Die pitstop was eigenlijk het enige slechte aan mijn race”, treurt Massa na. “Erg jammer, want verder heb ik goed gereden.”

Gevraagd door de BBC of zijn optreden in Monza hem kan helpen zijn zitje bij Ferrari te behouden, antwoordt de Braziliaan als volgt: “We onderhandelen nog. Dit was natuurlijk een belangrijke race voor Ferrari als team, maar ook voor mij om aan Ferrari en andere teams te laten zien wat ik kan. Verder valt er niet veel over te zeggen.”