Fernando Alonso maakte zich in de slotfase op om de leiding over te nemen van Sebastian Vettel. Een rode-vlagsituatie gooide roet in het eten. Alonso finishte de race in Monaco als tweede.

 

Ook een goed resultaat, gezien het feit dat hij vorige week nog op een ronde werd gezet. Alonso hoopte in de slotfase van de Grand Prix in Monte Carlo echter op meer. Hij was sneller dan Vettel, wiens banden steeds slechter werden, en er waren nog acht ronden te gaan. Totdat een rode vlag ervoor zorgde dat iedereen weer nieuwe banden onder zijn auto kon monteren.

Het kwam Vettel prima uit. De wereldkampioen kon in de sprint richting de finishvlag gaten slaan op de plaatsen waar een inhaalactie mogelijk is. Zijn overwinning kwam geen moment meer in gevaar. Tot teleurstelling van Alonso, die voor de neutralisatie zich opmaakte voor een slotoffensief.

“Je weet nooit wat er zou zijn gebeurd, maar ik zou absoluut een inhaalactie hebben geplaatst”, vertelde de Ferrari-coureur na afloop. “In de laatste tien ronden van de race had hij meer moeite met de banden dan ik. Tijdens mijn pitstop hield ik daar al rekening mee: ik wilde in de slotfase ten strijde trekken.”

“Die gehoopte tien ronden kwamen er echter niet vanwege de safetycar en de rode vlag. Ik stond op het punt om aan te vallen. Natuurlijk is er niet veel ruimte: 50 procent kans dat het lukt, 50 procent kans dat het in huilen eindigt. Zo werkt het in Monaco. Vettel ging aan de leiding van het kampioenschap dus hij had meer te verliezen dan ik.”