Fernando Alonso lijkt zijn draai langzaam te vinden bij Alpine. Eerder dit seizoen moest hij het nog meermaals afleggen tegen zijn jeugdige teamgenoot Esteban Ocon, maar sinds Azerbeidzjan komt de Fransman niet meer in de buurt van de Spaanse veteraan. Met nog meer dan de helft van het seizoen voor de boeg hoopt Alonso alleen maar beter te worden, want in 2022 moet het gebeuren.
“Ik zou niet naar de Formule 1 terug zijn gekomen als er geen nieuwe regelementen waren voor 2022”, zegt Alonso tegen Marca. De wereldkampioen van 2005 en 2006 was twee jaar afwezig in de Formule 1. In die periode was hij actief in verscheidene takken van de autosport. “Ik heb echt genoten van de jaren buiten de F1”, zegt hij. “Het was een uitdaging om elk weekend van discipline en auto te veranderen. Een mooie uitdaging waar ik enorm van heb genoten.”
Lees ook: Pérez maakt zich op voor jubileum: ‘Kan het niet geloven’
In zijn twee tussenjaren deed Alonso mee aan rally’s, Indycar en het World Endurance Championship. “Van alle dingen die ik heb gedaan, zou ik zeggen dat de 24 uur van Le Mans en de Dakar Rally het mooiste waren”, vertelt hij. Alonso won de 24 uur van Le Mans met Toyota in 2018 en 2019. In 2022 hoopt hij ook in de Formule 1 nog te kunnen winnen.
“Ik zou graag zeggen dat ik nog kampioen kan worden, maar ik weet het niet”, zegt Alonso. De Spanjaard hoopt dat Alpine kan stunten wanneer alle teams volgend jaar weer vanaf nul beginnen met de nieuwe regelementen. “De grote teams staan natuurlijk al klaar, maar de rest moet nog veel doen en testen”, aldus de voormalig wereldkampioen. “Alle teams hebben de droom om volgend jaar mee te doen met de leiders.”
Lees ook: Alonso: ‘Hamilton is nooit onverslaanbaar geweest’
Mocht een derde wereldkampioenschap er voor Alonso niet inzitten, dan is er nog steeds hoop voor Spaanse fans. Carlos Sainz, landgenoot en vriend van Alonso wordt ook gezien als potentiële wereldkampoen in de nabije toekomst. Volgens Alonso is het echter niet eerlijk om die verwachtingen nu al te stellen. “Ik hoop het wel, maar ik wil die druk niet op hem leggen”, zegt hij. “Het is niet makkelijk. Er zijn een heleboel coureurs en maar een paar wereldkampioenen.”