En zo ben je ineens in Japan, land van de rijzende zon. Maar ook van zoveel meer. Op het moment dat je er voet aan de grond zet, wandel je een volkomen andere wereld binnen. Een overgeorganiseerde, volledig ingericht op service, comfort en gemak.

Elke seconde van het leven lijkt voorbestemd en geregisseerd. Land ook van hiërarchie, pacifisme, plichtsbesef, sushi en technologisch vernuft. Om verliefd op te raken, als ze eens met die misselijke walvisjacht zouden stoppen.

Op het treinstation van Shiroko, de belangrijkste aanvoerhaven naar Suzuka International Racing Course, wordt de Formule 1-fan zoals gebruikelijk van harte verwelkomd. De handafdrukken van de podiumklanten van vorig jaar en 2014, drie dezelfde, staan er naast spoor 1 prominent te pronken. Fernando Alonso onthulde er vorig jaar nog een maquette met alle winnaars van de klassieker, want dat predicaat verdient het circuit – een fascinerend ontwerp uit 1962 van de Nederlander Hans Hugenholtz – wel.

Twee dagen voor de Japanse GP is alles in gereedheid om de stroom gasten ordentelijk te verwerken. Dat is hier trouwens niet zo heel moeilijk: Japanners zijn gedisciplineerd, niemand dringt voor of loopt buiten de lijntjes. Respect en bescheidenheid liggen diep verankerd in de nationale volksaard. Conducteurs, bus-, trein- en taxichauffeurs dragen er een pet, witte handschoenen en hebben aanzien. Wie met eigen ogen wil zien hoe een gereguleerde natie werkt, moet eens in Japan poolshoogte komen nemen. Fascinerend.

Uiteraard is het overal schoon. Brandschoon. Japan is zuinig op het stuk aarde waarop het leeft. In een metropool als Nagoya is iedereen heer in het verkeer. Geruisloos en bij voorkeur hybride. Niet te vergelijken met stinksteden als Bangkok, Delhi of Kuala Lumpur. Taxi’s zijn in Japan net zo schoon en steriel als een operatiekamer, de deuren zwaaien automatisch open. Hygiëne is een groot goed in Nippon.

Het mooiste op dat gebied ontdekte ik maandag in het hotel in Nagoya (kamergrootte 14 m2). Daar schoof de wc-deksel automatisch omhoog wanneer de deur van het toilet open ging. Ik moest er geweldig om lachen. En de bril was nog verwarmd ook… Dat levert trouwens niet altijd een bonuspunt op. Ik ken een collega die zijn billen er ooit letterlijk aan verbrandde, omdat hij de temperatuur van de bril (per ongeluk) veel te hoog had ingesteld. Service en comfort, weet u nog wel…

Maar ik geef het grif toe: met sommige dingen kun je ook overdrijven.

andre-weblog-japan-20161005_185811_resized