In de aanloop naar de eerste Grand Prix heeft de FIA bekendgemaakt dat er tijdens de race twee DRS-zones zijn.

 

Beide zones hebben hetzelfde detectiepunt, welke komt te liggen vlak voor bocht veertien. Vervolgens mogen de coureurs op zowel start/finish, als op het rechte stuk na de eerste chicane hun achtervleugel openen, mits ze binnen een seconde achter een voorligger rijden.

 

Met de twee zones kunnen de coureurs nu over een afstand van 1,25 kilometer over DRS beschikken, een toename van 500 meter ten opzichte van vorig jaar. Toen bleek een enkele DRS-zone niet helemaal het gewenste resultaat op te leveren. Waar het activeringspunt voor de eerste zone vorig jaar nog in de apex van de laatste bocht lag, is deze dit jaar vooruitgeschoven, waardoor de coureurs het systeem pas kunnen gebruiken als ze daadwerkelijk rechtuit gaan.

 

DRS werd vorig jaar voor het eerst gebruikt. De regels bleven onveranderd voor dit jaar. Wel kan racedirecteur Charlie Whiting dit seizoen sneller ingrijpen wanneer de omstandigheden dusdanig verslechteren dat het gebruik van het systeem ontverantwoord is.