Nu 2022 teneinde loopt, selecteert FORMULE 1 Magazine de beste verhalen van het jaar, gratis en voor niets te lezen op Formule1.nl tijdens de aankomende feestdagen. Dit artikel komt uit het nr. 15-16, uit oktober.
Klik hier voor de andere verhalen uit de Best of ’22-serie
Met zijn tweede wereldtitel op zak heeft Max Verstappen zich in een illuster rijtje kampioenen gevoegd. Vader Jos kijkt terug op een nu al bijzonder jaar en vooruit naar wat nog komt. “Als Max een competitieve auto heeft, doet hij elke keer mee om de wereldtitel.”
Jos Verstappen is als we hem in Singapore spreken in opperbeste stemming, een paar uur voordat de eerste trainingssessie begint. En niet alleen omdat Jos’ eigen moeder Marianne en zus Gerda in de privéjet van zijn zoon de wereldkampioen zijn meegereisd. Op het volle terras van Red Bulls tijdelijke onderkomen op het Marina Bay Street Circuit kijkt Verstappen geamuseerd toe hoe Max zijn zoveelste (kleine) verjaardagstaart krijgt overhandigd en professioneel op de foto gaat met een tafel vol genodigden. Zo gaat het, vervolgt hij, vaak tijdens Grands Prix. De agenda van zijn zoon zit doorgaans mudvol, hij is het onbetwiste boegbeeld van de energiedrankjesfabrikant.
Zeven jaar heeft de reis naar de wereldtitel Formule 1 sinds Max Verstappens entree in 2015 bij Scuderia Toro Rosso – als jongste coureur ooit – uiteindelijk geduurd. Maar de reis daarnaartoe duurde veel langer, was intensiever dan intensief. Het verhaal is genoegzaam bekend: Jos Verstappen investeerde meer dan tien jaar geld, nog meer tijd en al zijn liefde en kennis in een haast academische raceopleiding van zijn zoon. Het werd na afloop van zijn eigen carrière zijn levenswerk, dat vorig jaar in Abu Dhabi voor het eerst en dit jaar in Japan voor de tweede keer werd bekroond.
Lees ook: Best of ’22: Max Verstappen: ‘Zo’n ontlading als na mijn eerste titel zal ik nooit meer voelen’
Jos, zeven jaar geleden zaten we hier ook in Singapore. Het was de veelbewogen race van Max’ beroemde ‘no’, de weigering om collega Carlos Sainz in de race voorbij te laten.
JV: “Dat kan ik me nog goed voor de geest halen. Ik heb er vandaag toevallig nog een stuk over gelezen waarin Franz Tost (teambaas, red.) zei dat hij het helemaal mee eens was met Max’ beslissing. Zaten we toch op dezelfde golflengte, haha. Dat verbaasde mij na afloop destijds ook, ja. Want het was best een heftige race. Wat er gebeurde, had zo zijn redenen. Er speelde van alles binnen het team. Maar ik denk wel dat Max uiteindelijk gelijk had.”
Met één simpel tweeletterwoord wist de hele wereld in een klap wie Max Verstappen is. Het was zijn visitekaartje.
“Daar heeft het misschien wel een beetje mee te maken, maar het moet wel fair zijn. Volgens Max, mij en ook Franz klopte het toen gewoon niet. En daarom zei hij dat.”
Je vertelde na afloop van die race dat je Max aan zijn oor had getrokken als hij aan de kant was gegaan.
“Klopt. Maar dat weet hij. Zo staan we er ook altijd in, zo staat hij er namelijk zelf ook in. Ik denk dat als het andersom was geweest, hij dat bij mij ook zou hebben gedaan. Want op dat gebied zitten we op dezelfde golflengte.” Lachend: “Heeft -ie toch wel van huis uit meegekregen.”
Moest je dat erin rammen, of zat het er al in?
“Ik moet zeggen dat Max een ontzettend leuke en lieve jongen – kerel nu – is. Maar zodra hij de helm opzet, verandert hij in een leeuw, zeg maar. Dat is echt zo. Op het circuit was Max altijd heel anders dan hij privé is. Dat is nu nog zo.”
Herken jij dat?
“Ik was daarin nog veel extremer. Als ik er niet voorbij kwam, reed ik eroverheen. En dat doet Max niet. Op een keer na dan, vorig jaar. Max is bedachtzamer, veel verder. Hij weet echt wel tot hoever hij kan gaan, waar de grens ligt.”
(tekst loopt door onder de foto)
Vind jij Max een mooie coureur om te zien?
Licht verbaasd: “Je vraagt dat aan een vader… Hier gaan de mensen weer op reageren, maar dat interesseert me toch niet zoveel: ik vind van wel. Weet je, wat ik mooi vind aan een coureur is dat hij zich volledig geeft. Dat hij op de limiet zit en weet wat hij doet, vanaf het eerste moment. Max heeft ook niemand nodig om hard te gaan. En dat geldt niet voor iedereen. Anderen hebben iemand nodig om naartoe te werken. De topcoureurs zeg maar, doen dat uit gevoel. Dat komt uit henzelf.”
Je bent niet de enige op deze wereld die zijn rijstijl bewondert.
“Nee, dat weet ik. Maar je vraagt het aan zijn vader, hè…. Ik vond dat hij dat vroeger in de karting al had. Max is agressief, maar aan de andere kant ook heel netjes. Hij kan ontzettend goed met de banden omgaan. Waar andere coureurs nog wel eens het predicaat krijgen van bandenfluisteraar, daar draait hij rondjes omheen met nog betere banden. Max is gewoon heel compleet. Dat is het allermooiste aan hem.”
Ooit maakte je je zorgen dat hij misschien te nonchalant zou zijn.
“Dat is -ie nog steeds. Maar dat is ook wel weer zijn kracht. Ik heb daar vroeger veel over nagedacht en maakte me zorgen of hij er genoeg achteraan zat, zeg maar. Zoals ik het deed. Ik was altijd met de sport bezig, wilde weten wat er speelde, wat er binnen de fabriek gebeurde… Max heeft dat minder. Maar dat is ook weer zijn kracht, om er zo relaxt in te staan. Hij maakt zich nergens druk om. Eigenlijk op alle gebieden, is timide.”
Die kracht waar je het nu over hebt, is dat vorig jaar mede bepalend geweest?
“Denk ik wel. Hoe hij met sommige dingen omging… Er was soms op sociale media een bepaald negativisme, daar kon hij makkelijk mee omgaan en ook van tafel vegen. En laten we eerlijk zijn, dat moet soms ook. De Formule 1 is qua media toch wel een beetje een Engels georiënteerde sport. Die staan toch achter de Engelse rijders, daar moet je je soms wel tegen verdedigen. Ik denk dat Max dat op een hele mooie manier doet. Hij laat het lekker links liggen, trekt zich er weinig van aan.”
Is hij selectiever geworden in omgang met mensen en media?
“Oh, ja. En dat wordt eigenlijk alleen erger.”
(tekst loopt door onder de foto)
Een hypothetische vraag. Max heeft vaker gezegd dat hij niet tot zijn 40e doorgaat. Stel dat hij na dit contract zegt: ik stop. Zou je daar vrede mee hebben als je weet dat hij nog voor titels en overwinningen kan rijden?
“Ja hoor, maar we zullen in 2028 de balans wel weer opnieuw opmaken. Het is niet zo dat hij records najaagt. Dat interesseert hem echt niks, maakt hem niet uit. Daar heeft hij het ook nooit over. Ik zou het me wel kunnen voorstellen: je wordt als coureur heel erg geleefd en dat wordt alleen maar erger naarmate er meer wedstrijden komen. Je hebt naast de Formule 1 heel weinig leven, bent er constant mee bezig. En op een gegeven moment ben je daar zo klaar mee… Af en toe heb je die rust echt nodig. Max ook. Dan sluit hij zich compleet af, na het seizoen of in de zomerstop, en wil hij niet eens meer over Formule 1 praten. In mijn tijd had je maximaal achttien wedstrijden. Nu zijn het er 22 en volgend jaar 24. Je kunt ook overdrijven, hè. Te veel is ook niet goed, het moet toch een beetje exclusief blijven.”
Jij vindt 24 Grands Prix te veel.
“Ja. Kijk naar jezelf en naar mij: je hebt een gezin, familie… Als je al die wedstrijden moet gaan volgen, ben je nooit thuis, dan heb je meer een relatie via de telefoon. Er lopen hier duizenden mensen rond die allemaal familie en kinderen hebben. Zoveel van huis, dat gaat gewoon niet. Ik vind: maximaal twintig wedstrijden. Maximaal.”
Jullie praten geregeld met FOM-topman Stefano Domenicali. Geven jullie dat dan ook aan?
“Dat heeft Max ook gedaan. Ik denk dat dit een van de dingen is, waardoor Max misschien ooit zou zeggen: dit is teveel.”
Weten stervelingen hoe zwaar het leven van een Formule 1-coureur met al die verplichtingen is?
“Het is niet zo dat Max zich uit de naad moet werken. Maar het is het reizen, het constant van huis zijn, tussendoor in de fabriek in de simulator zitten… En het moeten: je moet daar naartoe, naar sponsors. Op een gegeven moment wil je dat iets minder, dan heb je het wel een keer gehad. Vergeet niet, Max zit alweer zeven jaar in de Formule 1.”
Lees ook: Best of ’22: Marko: ‘We hebben alles op Max Verstappen gezet’
Je kunt opbranden.
“Dat denk ik wel. Dan gaat het plezier weg. Ik denk dat dat het meer is. Want ik zeg je: Max vindt racen geweldig. Er is voor hem niks mooiers. Onlangs zijn we in Boedapest met een paar mensen gaan rijden. Dan zie je hem glunderen, dat vindt hij fijn. Komt -ie naar mij en zegt: ‘kom pap, we gaan samen’. Was het net een opdrogende baan met regenbanden en dan vindt hij het gewoon leuk om een beetje met mij te stoeien.”
Verstappen pakt de telefoon en laat een racefoto zien op de Hungaroring: hij in een snelle Audi, zijn zoon in een Porsche. ‘Met de spiegels tegen elkaar’, zoals senior het noemt, op weg naar de laatste bocht van de Hungaroring. “En echt op volle snelheid, hè. Dat gaat dan vijf ronden achter elkaar zo door. Komen we binnen en vindt -ie dat zo leuk… Geen camera’s erbij, geen pers, maar gewoon leukigheid. Dat plezier heeft hij met racen. Ook hier. Maar alles eromheen, die reuring op sociale media waar iedereen zijn verhaal kan doen en mensen die negatief zijn… Max leest het niet, maar je krijgt er altijd iets van mee. Dát is op een gegeven moment wel iets waar je klaar mee bent.”
Dat is nu toch nog niet aan de orde?
“Weet ik niet, het is nog ver weg. We hebben een contract tot 2029 en zien dan verder. Maar ik vraag me soms wel af wat er gaat gebeuren als het contract afgelopen is. Wil hij dan nog wel verder? Dat is iets wat we tegen die tijd gaan onderzoeken. We hebben het hier wel eens over, maar hij wil er nu nog niet over nadenken. Max weet dat hij tot en met 2028 zeker doorgaat.”
Bij hem is alle aandacht een veelvoud dan bij jou als coureur ooit het geval was.
Houdt een centimeter tussen duim en wijsvinger: “Honderd keer erger. Gisteren was niet normaal hier bij het circuit. Dan zegt hij: ‘papa, ik vind dit echt te druk’. Het begint al in de hotellobby met duwen en trekken van enthousiaste fans. En die willen allemaal wat, hun held zien.”
Jij bent zelf begonnen met het rijden van rally’s. Heeft dat op sportief gebied een leegte in je leven opgevuld?
“Nou, het is geen leegte. Wat ik het allermooiste vind, is competitie. Kijk, dit doe je met je zoon. We hebben er alles aan gedaan zover te komen en wat we nu meemaken gaat onze verwachtingen te boven. Dat hadden we nooit durven dromen. Maar op gegeven moment moet je het loslaten, het is Max’ leven, zijn werk. Ik weet dat toen ik zo oud was, ik mijn vader ook niet overal bij wilde hebben. Juist niet. Dat snap ik. Dan moet je voor jezelf een beetje gaan zoeken. Het is hartstikke fijn dat je een leuke vrouw en twee lieve kinderen thuis hebt zitten, maar uiteindelijk wil je wel een uitdaging hebben. En rally is eigenlijk mijn uitdaging. Ik vind het heel leuk om te doen.”
(tekst loopt door onder de foto)
Heb je altijd al interesse voor rally’s gehad?
“Ik ben er twee jaar geleden door toeval mee in aanraking gekomen. We hadden een uitnodiging om voor een soort van slipcursusje in een BMW-tje te rijden. Dat vond ik niks. Ik zei: ‘regel dan ook direct maar een fatsoenlijke rallyauto’. Dat werd een Mitsubishi Evo. En dat vond ik zó leuk om te doen, het kon niet genoeg zijn. Zo ben ik steeds wat verder gegaan. Op een gegeven moment dacht ik: nu wil ik ook wedstrijden gaan doen. Nu heb ik een heel goed team, dat de auto top prepareert. We hebben al een rally in het WRC (wereldkampioenschap, red.) gedaan, nu willen we nog meer.”
Iets nieuws, iets avontuurlijk: vanaf nul beginnen.
“Zeker. Kijk, het gevoel met de auto is er wel. Maar het is gewoon anders, je kunt het niet met Formule 1 vergelijken: andere ondergronden, smaller, beken, bomen, weilanden… Eigenlijk is het gewoon gekkenwerk, maar wel heel uitdagend. Het sfeertje op zich is ook anders, heel relaxt. Ook onderling tussen de coureurs. Je kunt elkaar niet van de baan rijden, het is een sprint tegen de klok. Elk foutje wordt direct afgestraft, in de racerij is dat niet altijd zo. Je moet notes maken en aan de hand daarvan op volle snelheid zitten. Ik zeg je heel eerlijk: ik heb geen kans tegen die jonge gasten die dit al langer doen. Maar ik vind het wel leuk te proberen er naartoe te schuiven.”
Je oud-teamgenoot Michael Schumacher was er een meester in om een team naar zijn hand te zetten. Hoe doet Max dat?
“Daar is hij niet echt mee bezig. Maar hoe zet je een team naar je hand? Door wedstrijden te winnen: dan trekt iedereen sowieso naar je toe. Maar om op je vraag terug te komen: Schumacher zat er wel bovenop, ja. Max is in dat opzicht iets relaxter, dat is zijn manier. En wat nu de goeie manier is weet je niet. Eén ding kunnen we wel zeggen en dat is dat team blij is dat ze Max hebben. En andersom ook.”
Is hij daarin gegroeid?
“Als hij naar de fabriek gaat, praat hij met de mensen. Max is gewoon een leuke kerel om mee om te gaan, staat met twee voeten op de grond en zegt hoe het ervoor staat. Hij is heel toegankelijk en sociaal. Je moet ook gewoon normaal blijven doen. Met alles. Dat is, vind ik, altijd het belangrijkste.”
Wie zou je liever als teamgenoot willen, Max of Schumacher?
“Max. Lijkt me logisch, want dat is mijn zoon.”
Hoe moeilijk is het teamgenoot van Max te zijn? Je kunt bijna niet van hem winnen.
“Ik denk dat Max gewoon niet alleen ontzettend goed is, maar weet wat hij doet. Als ik terugga naar Spa: iedereen heeft vier weken vakantie gehad en dan stappen ze weer in. En dan rijden ze de eerste ronde en is het verschil met Max tweeënhalve seconde. Dan denk je: waar haal ik die vandaan? Dat kan best zwaar zijn. Maar het zegt ook iets over Max, hoe één hij is met zo’n Formule 1-auto.”
Waarom kan niet iedereen dat?
“Dat heeft met van alles te maken: talent, hoe het in je hoofd zit, het gevoel… Het is alles bij elkaar en dat maakt iemand goed of minder goed.”
Lees ook: Best of ’22: Verstappen en Red Bull, het begin van een dynastie: ‘Een bizar goed huwelijk’
Is het ondankbaar Max’ teamgenoot te zijn?
“Hangt er vanaf hoe je ernaar kijkt. Ik denk het niet. Maar als je zegt: ‘ik wil mijn teamgenoot verslaan’, dan is het best wel een ondankbare taak. Een uitdaging, want dat wordt moeilijk. Maar Sergio Pérez heeft het in het begin van het jaar ook paar keer gedaan, al kwam dat ook omdat de auto onderstuur had. Nu dat een beetje weg is, zie je dat Max wel de betere is. Kijk, een goeie coureur wil altijd een goede voorkant hebben. Die regelt het wel met de achterkant.”
Wie is in jouw ogen in al die jaren Max’ beste teamgenoot geweest?
“Vind ik heel moeilijk om te zeggen. Ik denk wel dat hij misschien het meeste geleerd heeft van Daniel Ricciardo, een aardige peer waar hij het heel goed mee kan vinden. Max was toen nog een jong ventje en Ricciardo echt goed, een kwalificatiebeest. Ik denk ook dat de auto hem toen goed lag en dat is nu een beetje Ricciardo’s probleem. De auto ligt hem niet zo goed. Er zijn dingen die niet zo goed bij Ricciardo passen en daarom komt het er niet uit. De jonge garde past zich makkelijker aan. Je weet: een oude boom moet je niet verplaatsen. Je hebt bij wat oudere coureurs – en dat geldt voor mij ook – een bepaalde stijl die zo is gegroeid. En die is moeilijk te veranderen. Zo’n jong iemand past zich makkelijker aan.”
(tekst loopt door onder de foto)
Zijn er nog veel dingen waarin Max kan groeien.
“Niet heel veel, nee. Hij evolueert links en rechts wel een beetje.”
Hij zit op zijn top?
“Hij zit er tegenaan. Mensen zeggen nu: ‘Max rijdt anders dan vorig jaar’. Maar het is nu ook een hele andere situatie. Ik ben het er niet altijd mee eens hoe mensen daarover denken.”
Ben je nog steeds Max’ sparringpartner, zijn uitlaatklep?
“Ik denk dat Max mijn uitlaatklep is, haha. Vanaf het begin toen we in de Formule 1 kwamen, hebben we afgesproken dat ik altijd zal blijven zeggen hoe ik het zie. Ik kies alleen wel mijn momenten uit wanneer ik dat doe. Als ik iets zie, ga ik dat niet direct zeggen. Dat doe ik op een beter moment. Soms zegt hij niet eens iets terug, maar weet ik dat hij er wel over nadenkt. Ik hoef ook geen gelijk te hebben, maar ik attendeer hem op dingen. Ik zeg iets en doe er verder maar mee wat je wilt.”
Wat vond je dit jaar op de wereldtitel na het mooiste moment?
“Poeh, dat is lastig. De sfeer in Zandvoort was geweldig, de race in Spa ook. Weet je, ik vind alle races van Max eigenlijk wel mooi. Er is niet eentje waarvan ik zeg: dit is ‘m.”
Verwacht je dat Red Bull en Max de komende jaren de toon zullen blijven zetten?
“Dat hangt er vanaf hoe goed de auto is. Als Max een competitieve auto heeft, doet hij elke keer mee om de wereldtitel. Er gaat de komende jaren niet heel veel veranderen, ik denk dat het veld alleen maar dichter bij elkaar komt. Dan is de kracht van de coureur doorslaggevend. En zitten wij wel gebeiteld.”