Nu 2022 teneinde loopt, selecteert FORMULE 1 Magazine de beste verhalen van het jaar, gratis en voor niets te lezen op Formule1.nl tijdens de aankomende feestdagen. Dit artikel komt uit nr. 18-01, uit november.
Klik hier voor de andere verhalen uit de Best of ’22-serie
Met Max Verstappens recordaantal van vijftien zeges was 2022 bijna geen moment spannend. Op de baan zette hij de Formule 1 overtuigend naar zijn hand, ernaast zou hij ook best een aantal zaken aan de sport willen veranderen. FORMULE 1 Magazine had een exclusief interview met de Limburger over zijn hoogte- en dieptepunten en filosofeerde met hem over de toekomst. “Met 300 kilometer per uur de muur inklappen is niet fijn, maar je weet dat het kan gebeuren.”
In het hoekje van het motorhome schuift Max Verstappen ontspannen aan tafel. Bij de topteams in de Formule 1 is timemanagement bijna tot kunst verheven. Tijd is schaars in de paddock, zeker bij het team van de tweevoudig wereldkampioen. Maar met de belangrijkste prijzen op zak en het einde van een lang seizoen in zicht is bij Red Bull de druk van de ketel en ontstaat er zowaar ook in de agenda van Verstappen enige lucht. En dus is er tijd voor een aantal persoonlijke bespiegelingen.
“Het is een lang seizoen geweest. Ik kijk uit naar de break”, trapt Verstappen af. Na een aantal commerciële plichtplegingen de komende weken heeft hij vanaf half december drie weken vakantie. “Het is belangrijk even echt tot rust te kunnen komen en tijd bij familie en vrienden door te brengen rond kerst en nieuwjaar. Dat is iets waar ik echt naar verlang nu. Daarna ga ik weer naar huis. Wat ik dan zoal ga doen? Dan ga ik weer op mijn eigen simulator aan de slag. Ja, dat blijft altijd doorgaan. En voor die tijd ga ik het WK voetbal volgen.”
Laten we even beginnen met afgelopen seizoen. Met welk woord zou je het jaar willen typeren?
“Ongelooflijk. Want dat was het. In het begin was het even moeilijk met twee uitvalbeurten in korte tijd, in Bahrein en Australië, maar daarna is het een ongelooflijk seizoen geworden. Ik kan er geen ander woord voor verzinnen. Ik besef natuurlijk dat dit soort seizoenen niet vaak voorkomt, dat is gewoon zo. Over het algemeen ben je tijdens het seizoen zelf volledig gefocust op de performance van jezelf en je auto. Je probeert in de raceweekends alles eruit te halen. Dan heb je geen tijd om te reflecteren of om zaken te laten bezinken. Maar als je na zo’n raceweekend dan weer naar huis vliegt is die tijd er wel om er even kort bij stil te staan en dan besef ik wel hoe bijzonder dit jaar eigenlijk is geweest. Maar om heel eerlijk te zijn, ik ben niet iemand die er heel lang over nadenkt. Het échte genieten en terugblikken komt later wel. Pas na het seizoen of misschien zelfs pas na mijn carrière als je dingen nog beter in perspectief kunt plaatsen.”
(tekst loopt door onder de foto)
Laten we even snel door je seizoen heen racen. Het seizoen begon met pieken en dalen. Na je uitvalbeurt in Australië vanwege een lek in het brandstofsysteem zat je er even doorheen en zei je letterlijk het op deze manier ‘niet te zien zitten’. Hoe was toen je gemoedstoestand?
“Na de uitvalbeurt in de eerste race (in Bahrein, vanwege een defecte benzinepomp, red.) was dit opnieuw een enorm frustrerend weekend. De auto was veel te zwaar, we waren op dat moment niet snel genoeg en dan val je in de race ook nog uit, terwijl je op P2 rijdt. Als je voor een kampioenschap wilt vechten, kun je je dat soort misstappen normaal gesproken niet veroorloven. Natuurlijk, de races daarna zijn we geholpen door alles wat er om ons heen misging bij de concurrentie. En snel na Australië kwam Imola, waar ik gelukkig echt een goed weekend had en zowel de hoofdrace als de sprintrace won. Maar Australië was wel echt even een enorme domper en dat uit je dan, maar daarna gaat ook wel weer snel de knop om. Je moet door. Over het algemeen kan ik teleurstellingen gedurende een seizoen gelukkig snel van me afzetten. Na zo’n mislukt weekend ben ik er echt klaar mee en zet ik zo snel mogelijk een punt, in de wetenschap dat er snel een volgende kans komt.”
Lees ook: Best of ’22: ‘Papa, mag ik een Formule 1-team?’
Wat was je meest bevredigende overwinning?
“Dat was overduidelijk de race op Spa-Francorchamps. Ik won vanaf P14 en we waren als team zijnde heel dominant. Achteraf bezien was dat een bijzonder weekend, want zo dominant, dat gebeurt niet vaak. Alles klopte en ging goed. Mijn thuisrace op Zandvoort was uiteraard ook heel mooi, maar ik kijk altijd meer naar de performance. Zandvoort was goed, maar daar zat het hele veld een stuk dichter bij mekaar. In Spa waren we een klasse apart.”
Even over jouw kampioensrace dan in Japan. Het was een vreemde ontknoping natuurlijk door alle onduidelijkheid na afloop. Hoe heb je dat ervaren?
“Ik was al blij dat we überhaupt konden racen ondanks alle regen. Ik wist meteen na de race niet hoeveel punten ik zou verdienen, wel dat ik sowieso nog geen wereldkampioen was met welke puntentelling dan ook. Ik kwam over de streep als niet-kampioen en dat was prima, want uiteindelijk was het een heel goede race. Meteen na de opgelegde penalty aan Charles Leclerc gingen we bij het team natuurlijk meteen rekenen. Van wie ik als eerste hoorde dat ik wereldkampioen was? Van iemand van de FIA. Ik voelde op dat moment geen euforie, geen uitzinnige vreugde. Het is ook gewoon een vreemde gewaarwording dat je zoiets pas na de race hoort. Zo’n ontlading als mijn wereldtitel, vorig jaar in Abu Dhabi, zal ik sowieso nooit meer voelen. De allereerste titel is altijd de emotioneelste natuurlijk en zeker door de manier waarop destijds. Toen zei ik al: alles wat nu nog volgt is een bonus. En de titel van dit seizoen zag je natuurlijk mijlenver aankomen. Als het niet in Japan was gelukt, dan was het wel in Amerika of Mexico gelukt. Dit alles neemt niet weg dat ik ontzettend blij ben hoe dit seizoen is gelopen. Het blijft heel speciaal om races te winnen, zeker zoveel. Dat maakt dit seizoen voor mij ook zo bijzonder.”
Jouw meest emotionele triomf was ongetwijfeld de race in Austin, een dag na het overlijden van Red Bull-oprichter Dietrich Mateschitz?
“Het nieuws was niet alleen voor mij emotioneel, maar voor iedereen binnen het team en zeker voor Helmut Marko. Helmut had het in Amerika heel zwaar. Logisch ook, hij kende ‘Didi’ al minimaal veertig jaar en ze hebben samen veel beleefd. Zelf had ik Dietrich Mateschitz ruim een maand ervoor nog gezien en gesproken. We hebben toen een mooie dag gehad. Hij stond er positief in en dat liet hij toen ook blijken, maar hij wist ook wel dat het een lastig verhaal zou worden. Hij had zijn goede en mindere dagen, maar was tot het laatst toe heel positief. Dat is knap. Hij heeft veel voor me betekend. Voor mijn carrière, voor mijn hele leven eigenlijk. Toen ik het nieuws van zijn overlijden hoorde, had ik toch zoiets van: wow, dat had ik toch niet zo snel zien aankomen.”
Nu we het over de vergankelijkheid van het leven hebben. Formule 1 is in de loop der tijd veel veiliger geworden, maar sta je nog wel eens stil bij de gevaren van de sport?
“Ik sta in ieder geval niet stil bij de dood. Er kunnen altijd ongelukken gebeuren, maar dat is iets waar je niet over moet nadenken. Je hebt daar niets aan. Als je daarover gaat piekeren moet je stoppen. Ik zeg altijd tegen mezelf: Als ik onder de douche uitglijd, kan ik ook mijn nek breken of gewond raken. En door Amsterdam fietsen is ook gevaarlijk. Bovendien, geen auto is zo veilig als een F1-auto. En natuurlijk, met 300 kilometer per uur de muur inklappen is niet fijn, maar dat kan wel een keer gebeuren, dat weet je.”
Wat was je grootste teleurstelling van het seizoen?
“De uitvalbeurten in Bahrein en Australië. Ook al heb je een minder weekend, je moet gewoon punten scoren. En als dat niet lukt, ben ik teleurgesteld.”
Ik had gedacht dat je Singapore zou zeggen, omdat je daar in theorie ook al kans had om wereldkampioen te worden, maar uiteindelijk werd je slechts zevende.
“In Singapore wilde ik graag winnen en dat zat er dik in als we die ronde in de kwalificatie niet hadden afgebroken en ook meteen erna waren doorgereden, want er zat nog voldoende brandstof in de tank.”
Dat was een inschattingsfout van het team. Dat lijkt me frustrerend.
“Ik vind motorpech frustrerender. Een fout van het team kun je eenvoudig corrigeren, maar bij motorpech heb je eerder zoiets van: shit, dat kan vaker gebeuren. Dat heeft met betrouwbaarheid te maken. En ik zit natuurlijk bij een heel goed team waar fouten niet vaak gemaakt worden.”
Hoe anders is dat bij Ferrari.
“Daar maken ze er af en toe een mooie tentoonstelling van, ja.”
Heb je het wel eens over dat soort zaken met Charles Leclerc?
“Nee, ik vind dat soort dingen vervelend om te vragen. Hij zit er zelf al genoeg mee natuurlijk.”
(tekst loopt door onder de foto)
Jouw status en internationale bekendheid groeien mee met jouw aanhoudende successen. Merk je dat? Je vader zei in Singapore nog dat je alle gekte om je heen soms echt te druk vindt.
“Ik probeer altijd mijn ding te doen, maar bepaalde dingen kunnen nu gewoon niet meer. Maar ik weet ook dat de gekte vanzelf wegebt als ik bijvoorbeeld op een gegeven moment gestopt ben met racen. Er zitten heel veel positieve aspecten aan het racen, maar sommige randzaken horen er ook bij. Dat weet je en daar moet je uiteindelijk ook van proberen te genieten. Laten we wel zijn, toen ik klein was, droomde ik ervan dit soort successen te behalen. Of het me steeds zwaarder valt? Nee hoor. Ik ben nuchter, ik neem het hoe het komt. En ik word voor veel dingen afgeschermd, dus het is goed te doen.”
Lees ook: Best of ’22: Kartvaders Lammers, Coronel en Bleekemolen over hun jongens, dromen en loslaten
Terug dan naar dit seizoen. Er neemt een aantal coureurs afscheid, onder wie Daniel Ricciardo, jouw voormalige teamgenoot bij Red Bull. Is hij nou het typische voorbeeld van een coureur die wel meer dan genoeg kwaliteiten heeft, maar eenvoudigweg de verkeerde keuzes heeft gemaakt?
“Achteraf wel, daar kun je niet omheen. Het was beter voor Daniel geweest als hij indertijd langer bij Red Bull was gebleven. Ik heb het er wel eens met hem over gehad. Het gaat er ook om dat je jezelf ergens lekker moet voelen. Dat was op een gegeven moment niet meer het geval en dan moet je kijken naar alternatieven en de afweging maken tussen sportief succes en jezelf ergens goed voelen. Ik weet wel dat bij Red Bull iedereen het beste met hem voor had. In plaats van weg te gaan had hij er ook met het team over kunnen praten, maar het is nu eenmaal gelopen zoals het is gelopen. Zijn vertrek is in ieder geval een gemis voor de sport. Daniel komt goed over en lacht veel. Maar uiteindelijk gaat het niet om het lachen, maar om de prestaties, al heeft hij die in het verleden zeker geleverd. In de Formule 1 geldt echter dat je zo goed bent als je laatste race. Zijn karakter gaan we in de Formule 1 zeker missen.”
Sebastian Vettel neemt vrijwillig afscheid van de sport. Vertel eens, hoe was jouw relatie met Vettel?
“Goed! Toen ik in de Formule 1 belandde was ik heel jong en in die tijd hebben we zeker onze momentjes gehad, maar hij is echt een goed persoon. Een mooi voorbeeld daarvan was vorig jaar na de race in Silverstone (waar hij een zware crash had met Lewis Hamilton, red). Ik moest voor onderzoeken naar het ziekenhuis en kwam pas ’s avonds terug in de paddock om mijn spullen op te halen. Vettel was op dat moment nog in de paddock en kwam me meteen opzoeken om te informeren hoe het met me was. Dat vind ik mooi. We zijn concurrenten van elkaar en hebben stevige gevechten gehad op de baan, maar dit typeert de mens Seb. Ik vond dat van hem heel respectvol.”
En dan hebben we ook nog Nicolas Latifi die van de grid verdwijnt. Zijn naam zal altijd voortleven als de man die…
“Zonder hem was ik geen wereldkampioen geworden, maar die race in Abu Dhabi heeft in onze relatie niets veranderd hoor. Het was een race-incident, dat hoort er nu eenmaal bij.”
Als je naast de baan een aantal zaken zou mogen veranderen, bijvoorbeeld aan de opzet van de kalender. Dan wordt het een kalender zonder sprintraces, neem ik aan?
“Dat lijkt me duidelijk. Daar heb ik me ook al over uitgesproken. Sprintraces zijn normaal gesproken saai, omdat niemand risico’s neemt. De echte punten worden pas op zondag vergeven.”
Wat vind je van het aantal races op de F1-kalender. Volgend jaar zijn het er in principe 23.
“Dat zijn er teveel. Ik zou zestien tot achttien races een goed aantal vinden. Ik heb nu soms een beetje het gevoel dat mensen op een gegeven moment echt niet meer weten waar ze over moeten praten of schrijven en in herhalingen vallen. Dan is het dus echt teveel. En een seizoen duurt tegenwoordig ongeveer het hele jaar. Het gaat non-stop door. Iets minder mag dus wel.”
Een beetje onder het motto ‘niet het vele is goed, maar het goede is veel’. Welke circuits zouden wat jou betreft mogen verdwijnen?
“Haha, ik ga echt geen namen noemen, maar in het algemeen kun je stellen dat ik écht voor de kwaliteit zou gaan. Ik begrijp alle commerciële belangen, maar je moet de mooie circuits met geschiedenis altijd op de kalender houden.”
Je noemt geen namen, maar ik ga ervan uit dat je bijvoorbeeld minder stratencircuits zou willen zien.
“Inderdaad. Formule 1-auto’s zijn daar echt niet voor gemaakt. Ik vind stratencircuits totaal niet meer leuk. Met de oude auto’s was het op zich nog wel te doen, maar nu… In Monaco en Singapore was ik zwaar teleurgesteld hoe de nieuwe auto’s door de straten gingen. Te zwaar, te stijf, je kunt geen kerbs meer nemen. De auto’s zijn er gewoon niet voor gebouwd. Stratencircuits zijn leuk voor de plaatjes, niet voor het racen.”
Singapore is natuurlijk wel een flinke fysieke uitdaging, vanwege de hitte en de hoge luchtvochtigheid.
“Dat is waar. Maar die omstandigheden heb je in Maleisië ook. En daar ligt een normaal circuit.”
Je tekende vroeger op school circuits na en je hebt wel eens laten vallen dat je na je carrière misschien je eigen circuit zou willen laten aanleggen. Dan heb je ook vast voor jezelf vast een keer het ideale circuit getekend…
“Ja, ik heb wel eens iets op papier gezet. Ik vind het leuk om daarover na te denken. Hoe mijn ideale circuit eruit zou moeten zien? Het is in ieder geval een circuit waarop je goed kunt inhalen.”
Komend jaar hebben we drie races in de Verenigde Staten: Miami, Austin en Las Vegas. Slaat de Formule 1 dan ook niet een beetje door? Is dat niet minimaal één race teveel?
“Dat zie ik anders. Het zijn drie races in totaal verschillende delen van de Verenigde Staten. De Verenigde Staten zijn nu eenmaal een groot land, dus drie races in de VS vind ik geen punt.”
Een ander discussiepunt dan. Het strafpuntensysteem.
“Dat moet op de schop. Er worden nu wel heel makkelijk strafpunten opgelegd. Ik vind dat je bij gevaarlijke acties of crashes strafpunten moet krijgen, maar niet voor het overschrijden van tracklimits bijvoorbeeld. Wat dat betreft ben ik het volledig eens met Pierre Gasly. Ik vind het belachelijk dat hij op tien punten staat en in de buurt komt van een race schorsing.”
In Brazilië liep Bernie Ecclestone rond in de paddock. Ecclestone was in zijn tijd als baas van de Formule 1 ook de man van de gedurfde proefballonnetjes, zoals bijvoorbeeld sprinklerinstallaties naast de baan. Zou jij iets zien in dergelijke kunstgrepen om de sport nóg aantrekkelijker te maken?
“Nee. Ten eerste, met het seizoen dat we hebben gehad, hebben we dat soort dingen helemaal niet nodig. Kunstgrepen betekenen dat het product zelf te saai is en je moet ervoor zorgen dat dat niet het geval is. Dus: vernieuwingen prima, kunstgrepen niet. Een sprintrace is een kunstgreep. De eerste ronde is soms een beetje chaotisch, maar daarna is het over het algemeen redelijk saai, behalve als mensen uit positie staan, zoals laatst in Brazilië. Ik zie een sprintrace niet als toegevoegde waarde voor de sport.”
Tenslotte dan, Nyck de Vries treedt volgend jaar in jouw voetsporen, als rijder bij Alpha Tauri, het voormalige Scuderia Toro Rosso. Hij is weliswaar ouder dan jij, maar heb je hem toch nog op bepaalde zaken gewezen?
“Ik praat er natuurlijk wel met Nyck over. Ik heb laatst nog een half uur met hem aan de telefoon gehangen toen hij net zijn stoeltje had laten maken. Dan heb je het over allerlei zaken en probeer ik hem ook wel wat tips te geven. In de trant van: let hier op, let daar op. Dan heb je het bijvoorbeeld over bepaalde mensen binnen het team die belangrijk zijn. Ik probeer Nyck zo goed mogelijk te helpen. Het is leuk als we het volgend jaar allebei gewoon goed gaan doen. Ik gun hem het beste.”