Ferrari-teambaas Mattia Binotto acht het uitgesloten dat de Scuderia haar rivalen in 2022 verrast met een auto en motor die ineens stukken beter zijn, zoals Mercedes in 2014 bij het begin van het hybride tijdperk deed.
Dat komt, zo legt Binotto
Motorsport-Total uit, omdat ‘de situaties niet te vergelijken zijn’. Mercedes richtte zich destijds immers al vroeg volledig op de regelrevolutie voor 2014, maar Ferrari kan dit nu niet: de Formule 1 voerde vorig jaar vanwege de coronacrisis immers een ‘ontwikkelingsstop’ in voor de 2022-auto’s. Pas op 1 januari 2021, mocht daar verder aan gewerkt worden.
“Hoewel het net als in 2014 om een grootscheepse reglementswijziging gaat, steekt het qua timing dus anders in elkaar”, verklaart Binotto. De teambaas verklaarde eerder al wel tegenover
Autosport dat de focus gedurende 2021 vooral op de 2022-auto zal liggen. “Als we werk aan de 2021-auto doen, zal dat vooral zijn in het geval we het slechter doen dan verwacht of als we er iets aan hebben voor 2021.”
Lees ook: Carlos Sainz genoot met volle teugen van zijn eerste dag in een Ferrari
Wat de Italiaanse renstal in elk geval moet helpen, is dat het in 2021 met een compleet nieuwe motor komt. “Daar hebben we veel in geïnvesteerd, en voor 2022 komt er nog meer aan”, aldus Binotto tegenover
Sky Sports F1. Volgens Ferrari’s teambaas, die voorheen de motorbaas was in Maranello, zagen de cijfers op de testbank er eind vorig jaar al goed uit.
Lees ook: Ferrari stelt geen nieuwe technisch directeur aan na vertrek Resta