Een 24-uursrace waarin elke seconde telt, en elk trucje wordt gebruikt om de laatste tiende te vinden. Dat is Le Mans tegenwoordig volgens Jeroen Bleekemolen, voor de zestiende keer aan de start van de tot sprintrace verworden enduranceklassieker. “Het gaat niet eens meer om minuten.”
32 seconden – dat was in 2020 het verschil tussen de winnaar en nummer twee in de LMP2-klasse op Le Mans. In de GTE-Am, waarin Bleekemolen dit jaar meedoet met de Ferrari 488 GTE Evo van Rinaldi Racing, betekende 49 seconde in 2020 het verschil tussen eeuwige roem en een tweede plek, terwijl het in de GTE Pro ook onder de minuut bleef.
“Le Mans is gewoon steeds competitiever geworden. De eerste keer dat ik meedeed”, gaat Bleekemolen in gesprek met FORMULE 1 Magazine in gedachten terug naar 2006, “was het nog wel meer een kwestie van uitrijden en zien wie overeind stond. Nu is het écht een sprintrace”, beklemtoont hij hoe het de laatste decennia is veranderd.
Van de 86.400 seconden die de race minimaal telt, ‘telt elke tel’, weet Bleekemolen, die in 2008 won in de LMP2-klasse. In 2019 won hij de race overigens ook in de GTE-Am, maar moest de overwinning nog geen 24 uur later weer inleveren omdat zijn Keating Motorsports werd gediskwalificeerd. De editie van 2019 was gelijk de laatste ‘normale’ Le Mans, met de coronapandemie die in 2020 toesloeg. “Heel gek”, noemt Bleekemolen soort ‘spookrace’ van vorig jaar. “Je miste alle fans. Tijdens het rijden ben je natuurlijk met andere dingen bezig, maar het viel toch op hoe anders het was.”
(tekst loopt door onder de podcast-player)
(Klik hier voor Spotify, iTunes of Google podcast)
Goud, zilver, brons
Dit jaar, met de race die omwille corona van juni naar augustus is verplaatst, zijn er 50.000 fans welkom. Mooi, vindt Bleekemolen, maar nog altijd ‘een groot verschil met normaal’, als er tussen de 250.000 en 300.000 fans komen. “Al moet ik zeggen dat het er zelfs met beperkt publiek wel gelijk een stuk beter uitziet.” Al zal het beeld van 100.000 man onder het podium er dit jaar dus niet inzitten.
Voor Bleekemolen wordt het podium halen sowieso een flinke uitdaging, erkent hij. “Ik rij samen met twee ‘bronzen’ rijders”, doelt hij op hoe hij zijn Ferrari deelt met twee niet-professionals. Elke equipe in de GTE-Am moet er daar minstens één van hebben, en de meeste andere teams zetten dan naast de ‘gouden’ prof (wat Bleekemolen is) een ‘zilveren’ coureur, wat eigenlijk ook allemaal profs zijn.
(tekst loopt door onder de foto)
Lees ook: Catsburg mikt op Le Mans-zege om klassiekerkwartet compleet te krijgen
Met de twee ‘bronzen’ coureurs die (kort door de bocht) zes uur per persoon moeten rijden, neemt Bleekemolen de andere twaalf uur in de race voor zijn rekening. “De teams die vooraan zitten, winnen met hun profs tegen onze amateurs in zes uur tijd zomaar twee ronden of meer.”
Toch wil hij zeker niet klagen. “Het blijft super mooi om erbij te zijn op Le Mans.” Zaterdagmiddag start hij de race als veertiende. En natuurlijk gaat hij tot het gaatje. De GT-expert kent alle kneepjes van het vak, voorspelt in alle klassen een felle strijd. Die zoals gezegd tot op de tiende wordt uitgevochten. Een voorbeeld: “Wij hebben een soort knopje dat iets meer turbodruk geeft en dat gebruiken we zelfs in de pits, omdat de pitbegrenzer wat lag (vertraging, red.) geeft bij het uitrijden. Met dat knopje, pak je twee tienden. Met 23 stops telt dat op tot een aantal seconden. Zo extreem is het.”
Hype om de hypercar
De grote blikvanger op Le Mans in 2021 is natuurlijk de nieuwe hypercar-klasse. Vooralsnog gaat de strijd daar tussen de Japanse grootmacht Toyota en het Amerikaanse nichesportautomerk Glickenhaus met hun echte hypercars, en Alpine dat een aangepaste LMP1-bolide heeft. De hypercars zijn echter trager dan de LMP1’s van voorheen, dus de LMP2-auto’s zitten er dichter op én vormen zelf ook een hypercompetitieve klasse.
Zo valt dit wel de eerste Le Mans van een nieuw tijdperk te noemen. “Over twee, drie jaar staan er misschien wel zestien hypercars aan de start”, denkt Bleekemolen, met Ferrari, Porsche, Audi en Peugeot die eraan komen. Het betekent ook voor Bleekemolen spannende tijden. “Ik weet niet of ik in zo’n auto kom, want dan moet je wel een goede band met een fabrikant hebben, maar er gaan jongens doorschuiven vanuit de GT en LMP2. Dan komen er weer meer open plekken.” Als een ding namelijk zeker is, is het wel dat Bleekemolen ook straks na zestien keer nog geen genoeg zal hebben van Le Mans. “Zolang het kan, wil ik doorgaan.”
Podcast: Hartley over verliefd worden op Le Mans, winnen en Toyota’s hypercar
De 24 Uur van Le Mans start zaterdag om 16:00 uur Nederlandse tijd. De race is bij RLT7 en Eurosport te zien.
Dit artikel is eerder verschenen in FORMULE 1 nr. 10. FORMULE 1 nr. 10 ligt nu in de winkels en bij abonnees op de mat. Klik hier om het nieuwe magazine te bestellen! Gebruik code GRATIS voor gratis verzending.