Het is bijna niet voor te stellen maar Istanbul Park’s bocht 8 kreeg in eerste instantie bakken kritiek toen de Formule 1 in 2005 voor het eerst de Turkse metropool aandeed. “‘Wat een rotbocht!’, kreeg ik te horen”, vertelt F1’s huisarchitect Hermann Tilke.
Het Sochi Autodrom en het Yas Marina Circuit zijn voorbeelden van circuits van ontwerper Hermann Tilke die op zijn zachtst gezegd niet worden gewaardeerd door coureurs en fans. Istanbul Park is daarentegen wél een circuit dat geroemd wordt, dat is vooral om bocht 8 uiteraard. Je ontkomt er in vooruitblikken deze week niet aan of hij wordt genoemd, de doordraaier naar links waar geen einde aan lijkt te komen.
‘Een aanslag op je nek’
Op sociale media regent het onboards uit de jaren van Alonso, Schumacher en Massa. Wat opvalt, is dat er behoorlijk gewerkt moet worden om de bocht te houden, de koppies leunen naar rechts door de G-krachten. Gezien de grip van de huidige auto’s zal deze bocht dit weekend met gemak volgas genomen worden, fysiek zal de bocht nog wel het nodige vragen van de coureurs.
“Ik zou in de weken voorafgaand aan de race wat extra nektraining gaan doen”, vertelt coureur Tom Coronel. “Want deze baan heeft veel doordraaiers – bocht 8 is natuurlijk de bekendste van allemaal – die een serieuze aanslag op je nek zijn. Niet in ronde tien, maar wel na dertig rondjes.” De lus is uitgegroeid tot een moderne klassieker die in het rijtje staat van oudere klassiekers als Eau Rouge, Maggots/Becketts en Parabolica.
Inspiratie op de Nordschleife
Circuitontwerper Hermann Tilke liet zich voor de bocht inspireren door de Nordschleife, het circuit waar de Duitser zelf tijdens zijn bescheiden racecarriére vele races reed. Tussen Kallenhardt en Wehrseifen ligt een snelle doordraaier naar rechts, een zogenaamde hit-miss-hit-bocht die net als bocht 8 sterk in hoogte verschilt. Tilke maakte er voor Istanbul een
four-apex-corner van.
In 2005 waren de reacties niet meteen lyrisch. De bocht was bij het debuutweekend wel meteen het onderwerp van gesprek nadat meerdere auto’s in de rondte gingen. Tilke: “Ik weet nog dat er na de eerste vrije training veel klachten waren van coureurs over deze bocht. ‘Ze konden ‘m niet goed nemen’ en ‘Wat een rotbocht!’, kreeg ik te horen. Toen kwam Michael Schumacher bij me en ik vertelde hem over de kritieken maar hij antwoordde: ‘Niks van waar, ze hebben hun auto niet goed afgesteld. Als je met hoge snelheid door zo’n bocht gaat, heb je kans dat je bodemplaat het asfalt raakt en daardoor niet goed kan sturen.’ En dat was het probleem.”
Lees ook: Istanbul Park hoopt weer een vaste plaats op de kalender te krijgen
Michael Schumacher verslikte zich later in zijn loopbaan ook weleens in de snelle knik. Foto: ANP