Valtteri Bottas weet niet zeker of de straf die Kevin Magnussen tijdens de Grand Prix van Italië ontving nadat hij de Williams-coureur bij een verdedigende actie naast de baan dwong, terecht is.

In de 31e ronde waren de twee Scandinaviërs in gevecht om de vijfde plaats in de race, toen Bottas in de eerste chicane een aanval plaatste aan de buitenkant van Magnussen. Magnussen liet bij het verdedigen geen ruimte over voor zijn Finse concurrent, zodat die geen andere keus had dan de chicane af te snijden. De stewards twijfelden geen moment en deelden een tijdstraf van 5 seconden uit aan Magnussen. Die zakte daardoor in de uitslag van de zevende naar de tiende plaats.

Aan Autosport geeft Bottas zijn visie op het incident: “Het is moeilijk om te zeggen of hij die straf verdiende. Ik kon nergens heen – ik moest de chicane afsnijden – en ondanks dat ik al naast hem zat kon ik hem niet inhalen. Toch lag het denk ik op de grens van het acceptabele.”

De Fin weet wel hoe Magnussen het ook aan had kunnen pakken. “Je kunt ook met iets meer snelheid de bocht in gaan, en aan de binnenkant een beetje ruimte overlaten. Dan lig je nog steeds goed bij het uitkomen van de bocht en blijf je voorop.”

Voor Williams’ hoofdengineer Rob Smedley kan er geen twijfel bestaan over de rechtvaardigheid van de straf. “Of Magnussen nou iets te laat remde en daardoor ruimte te kort kwam in de bocht – ik weet het niet. Maar Valtteri moest met zijn wagen van het circuit af om een botsing te voorkomen, dus ik denk dat de straf op zijn plaats was.”

Magnussen gefrustreerd

“Het wordt wel een beetje frustrerend om al die straffen te krijgen, maar ik moet het gewoon maar analyseren en zien wat ik ervan kan leren”, baalt Magnussen, die in België ook al een straf van 20 seconden aan de broek kreeg. De jonge Deen accepteert zijn lot gelaten: “Het maakt niet uit wat ik ervan vind, het zijn nu eenmaal de regels. Als de stewards me die straf geven, betekent het dat ik de regels heb overtreden. Zo simpel is het.”