Button met vijfde plaats ‘best of the rest’

Jenson Button stapte na de kwalificatie in Brazilië tevreden uit. De wereldkampioen van 2009 noteerde de vijfde tijd en is daarmee de beste coureur achter het snelle Mercedes en Williams.

“Het was een boeiende kwalificatie”, concludeerde Button na afloop tegen Sky. “Iedereen had er moeite mee om de banden goed aan het werk te krijgen. De omstandigheden waren voor de zachte band lastig. Ik ben heel blij met de vijfde plaats. Mijn runs waren niet perfect, zo blokkeerde ik ontzettend bij het aanremmen voor de eerste bocht in mijn laatste run.”

“Gelukkig had ik daarvoor al een goede tijd genoteerd. Ik ben dus blij met de vijfde plaats, want de auto’s voor mij waren buiten bereik. Het is me gelukt om de rest achter mij te houden. In de race wil ik zo dichtbij mogelijk bij Mercedes en Williams blijven, want hier kan altijd wel wat gebeuren. Zeker met de Mercedessen vooraan en twee snelle Williams-auto’s.”

McLaren kan Ferrari nog achterhalen in het kampioenschap. “Maar het gat is heel groot”, zegt Button over het puntverschil van 49 punten. “Maar je moet ambitie hebben en ze willen uitdagen. We willen ze op de hielen zitten. De uitgangspositie voor deze race is goed en in de laatste race worden er dubbele punten uitgereikt.” 

Magnussen
Met een zevende tijd zat Buttons teamgenoot Kevin Magnussen er ook aardig bij, al is de jonge Deen niet helemaal tevreden. De reden? “Ik reed mijn snelste tijd op oudere banden. Op het nieuwere setje lukte het me niet me nog te verbeteren. Dat is vreemd en ook spijtig, aangezien het rond deze posities zo dicht bij elkaar zit”, zo lijkt hij te denken dat er dus net iets meer in had gezeten.

Voor Magnussen is het naar eigen zeggen vooralsnog een tricky weekend, maar hij weet dat het weer en de strategie mogelijk kansen gaan bieden. “Het kan wel eens gaan regenen, al werd dat ook voor de kwalificatie voorspeld en bleef het daarin droog. We moeten dus maar afwachten wat het weer brengt, maar ik denk wel dat we hoe dan ook veel pitsstops gaan zien en daar moeten we dus een slaatje uit proberen te slaan.”