Jenson Button neemt het op voor zijn pitstopcrew, nadat zij zondag zijn race hadden verpest.

Button vocht op dat moment met Mark Webber voor de derde plaats in de race. Het team liet hem bij zijn pitstop vertrekken zonder dat de rechter voorband goed was gemonteerd. Hij kon daarom niet veel later uitstappen. McLaren kreeg een boete van 5000 dollar vanwege de fout.

“We trainen hier veel op, maar toch maken we soms nog een foutje”, vertelde Button tegen Formule1.nl-medewerker Adam Cooper. “Ik heb zelf wel eens meegeholpen in een pitstop en ik weet hoe moeilijk het is. Dit kan gebeuren als je in een intens gevecht verwikkeld ben en zo snel mogelijk de auto weer de baan op wil sturen. We moeten er alleen voor zorgen dat het aantal fouten laag blijft, want nu werden er meerdere fouten gemaakt.”

“De band vloog er feitelijk af omdat er geen moer op zat. De eerste moer vloog de garage in en toen de monteur een nieuwe moer wilde pakken, of het tweede pistool, dacht de man met de krik dat ik mocht vertrekken.”

“De lollypopman vertrouwde op zijn oordeel, waarop ik vertrok. Natuurlijk een fout. Dit kan echter gebeuren als je in een gevecht zit. Mark Webber en ik zaten erg dicht bij elkaar. Het kon een fantastische stop zijn, maar het pakte verkeerd uit. Mijn wiel vloog eraf. Niet echt tof.”

Button is ervan overtuigd dat hij voor Webber de baan op kon komen. Hij had daarom in gevecht kunnen gaan met Sebastian Vettel, die op Silverstone als tweede eindigde.

“We wachtten tot Webber ging stoppen en ik kwam toen een ronde later binnen. Juist toen klokte ik mijn snelste ronde. Met de snelheid zat het wel goed. Ik reed de pits prima binnen en noteerde de snelste tijd in de laatste sector door de pits in te rijden.”

“Ik weet niet op welke plek ik weer de baan zou opkomen. Het team denkt naast Webber, of ervoor. Wij wilden in een andere ronde dan hem stoppen omdat ik sneller was dan de drie auto’s voor me. Als je in zo’n gevecht zit kunnen er fouten gemaakt worden. Dat was nu het geval en dat is erg teleurstellend. Hier leren we echter van en hopelijk gebeurt dit nooit meer.”