In tegenstelling tot zijn teamgenoot Lewis Hamilton is Jenson Button nog niet helemaal in zijn nopjes met zijn McLaren.

“Ik voel me nog niet één met de auto”, aldus Button. “Maar we werken eraan. We hebben waarschijnlijk veel data door te nemen vanavond om de koers uit te zetten voor de rest van het weekend.”

“Sommige dingen die we probeerden op mijn auto werkten beter dan andere, dus we zijn nog niet helemaal waar ik zou willen”, vervolgt Button. “We hebben ook nog niet bepaald met hoeveel downforce we gaan rijden.”

Vorig jaar gooide Button hoge ogen dankzij de keuze voor een afstelling met meer downforce. Dit leverde hem betere wegligging in de bochten en minder bandenslijtage op, terwijl het nadeel van de toegenomen luchtweerstand weggenomen kon worden door de F-duct te gebruiken op de rechte stukken.

De F-duct is inmiddels echter verboden. De coureurs hebben wel DRS tot hun beschikking, maar dit mag tijdens de race alleen onder bepaalde voorwaarden worden geactiveerd. Dat de verstelbare achtervleugel in de kwalificatie wel vrijuit gebruikt mag worden, maakt het vinden van een goede afstelling extra lastig. Tussen de het begin van kwalificatie en de race mag immers niet meer aan de auto’s worden gesleuteld.