Met een elfde startplaats voor zijn thuisrace, hoort een coureur met de staat van dienst van Jenson Button eigenlijk niet tevreden te zijn. Maar aangezien zijn renstal McLaren in een dal zit, is Button dat wel.

“We staan verder naar voren dan ik had gedacht”, verklaart hij zelfs tegenover de camera’s van Sky Sports F1. Volgens Button ging het in de kwalificatie een stuk beter dan tijdens de vrije trainingen: “Daarin hadden we het echt heel zwaar, maar de aanpassingen die we voor vanmiddag hadden gedaan, bleken gelukkig te werken.”

“Hoewel we nog steeds niet echt snel zijn, zitten we een halve seconde dichterbij dan we vooraf hadden verwacht”, vertelt Button, in wiens ogen er vandaag niet heel veel meer in zat: “Zelfs als ik Q3 had gehaald, was ik daarin hoogstens als tiende geëindigd”, denkt hij.

Button stelt daarom ook maar gelaten vast dat hij op P11 ‘in ieder geval aan de schone kant van de baan staat’, wat hem moet helpen bij de start. Wat zijn mogelijkheden in de race zelf betreft, weet Button niet wat hij moet verwachten: “Ik ben tevreden met het resultaat van vandaag, omdat het een stap vooruit betekent, maar we moeten nog maar afwachten wat we morgen kunnen klaarspelen.”

Sergio Pérez

Sergio Pérez moet na de kwalificatie genoegen nemen met de veertiende tijd. Zijn tegenvallende optreden is naar eigen zeggen een direct gevolg van de lekke band die hij in de derde vrije training had: “We moesten nadien een andere bodemplaat op de auto monteren en dat was er een van een oude specificatie. Dat maakte het er niet makkelijker op.”

“In Q2 kreeg ik mijn banden maar moeilijk op temperatuur, mede doordat ze afkoelde toen de FIA mijn auto wilde wegen. We hadden het geluk dus niet helemaal aan onze kant, maar we staan vandaag een stuk dichterbij dan gisteren. Het is misschien moeilijk waarneembaar, maar we blijven steeds kleine stappen zetten in de goede richting. Onze racesnelheid zou nog weer iets beter moeten zijn, dus misschien kunnen we daar morgen nog iets mee uitrichten.”