Een twaalfde plek, een vierde plaats en een uitvalbeurt: dat is voor Jenson Button de oogst na drie keer racen in Zuid-Korea. Geen geweldige reeks voor een McLaren-coureur, dus de Brit hoopt nu op beter.
“De Grand Prix van Zuid-Korea is een race die me de laatste jaren niet bepaald goed gezind is geweest”, erkent Button. “Ik had er een zware race in 2010 en een redelijke in 2011, terwijl ik in 2012 na drie bochten uit de race werd gereden en binnen één ronde al klaar was.”
Ondanks zijn tot op heden teleurstellende prestaties op het Korea International Circuit reist Button niet met lood in de schoenen af naar Yeongam. “In tegendeel. Ik ben juist meer vastbesloten dan normaal om het maximale uit de auto te halen en een mooi resultaat te behalen, want ik wil het nu wel eens goed doen in Zuid-Korea.”
Realistisch gezien moet Button – door de matige McLaren MP2-28 waarin hij moet aantreden – echter toegeven dat er in Zuid-Korea niet veel meer in zal zitten dan in Singapore, waar hij als zevende eindigde. “Iedereen binnen het team deed zijn werk perfect in Singapore en we hebben aldaar alles uit de auto gehaald, dus we mikken voor Zuid-Korea op een soortgelijk resultaat.”
Pérez
Teamgenoot Sergio Pérez waagt zich niet aan voorspellingen, maar weet wel wat belangrijk is om het op zondag goed te doen in Zuid-Korea: “Je moet een auto hebben die het bij bocht één en drie, de zones waarin het meest wordt ingehaald, goed doet.”
“Hoewel een perfect op het circuit afgestemde auto je veel tijdwinst kan bieden, moet je toch enkele compromissen maken in de afstelling als je in staat wil zijn om in die twee zones in te halen. In het bochtige gedeelte dat erop volgt is immers maar één racelijn, dus daar is inhalen onmogelijk.”
Whitmarsh
Teambaas Martin Whitmarsh weet ondertussen dat er voor McLaren in 2013 niet meer in zit dan de vijfde plek die het momenteel bij de constructeurs bezet. “Een betere klassering lijkt jammergenoeg onmogelijk. Aan de andere kant is het wel belangrijk dat we in de resterende races telkens met beide auto’s punten scoren, want we moeten een buffer opbouwen naar de teams die ons achtervolgen.”
