Op het nieuwe circuit van Ordos (Chinea) kreeg Superleague-coureur Yelmer Buurman weer te maken met technische malheur. Desondanks hield hij de schade beperkt.

Omdat het een nieuw circuit betrof werd er een training van anderhalf uur ingelast om de rijders kennis te laten maken met de nieuwe baan. Die kans ging echter aan Yelmer Buurman voorbij. Zijn nieuwe motor gaf al na een halve de ronde de geest zodat hij onvoorbereid de kwalificatietraining in ging. Daarin klokte hij toch een zevende tijd, wat hem de  twaalfde startplaats opleverde.

De eerste race begon met een flinke crash, waarvan Robert Doornbos het slachtoffer werd. Buurman wist de problemen te omzeilen, passeerde een aantal concurrenten en sloot af met een bemoedigende 6e plaats. Het leverde hem de veertiende startplek op voor de tweede race.

Daarin ging hij voortvarend van start en kwam al na de eerste ronde als achtste door. Bij de verplichte pitstop verloor hij twee plekken waardoor hij als zevende finishte. Dat leverde hem de vierde startplaats op voor de Super Finale, met als inzet een hoofdprijs van 100.000 euro.

In de eerste bocht kwam het opnieuw tot een treffen, dit keer tussen de auto’s van FC Basel en Olympiacos. Buurman manoeuvreerde behendig om de brokstukken heen, nam resoluut de kop en reed weg van de achtervolgers. Maar al snel werd de AC Milan-bolide zichtbaar langzamer, waardoor hij zich toch aan drie concurrenten gewonnen moest geven.

Buurman: “Ik voelde al in de vierde bocht dat er iets fout zat. De auto begon steeds erger weg te glijden. Na drie ronden kon ik ze echt niet meer tegenhouden. Achteraf bleek dat mijn voorband langzaam leeg liep. Er zat geen gat in, waardoor we vermoeden dat de lucht dus via de velg ontsnapt is. Andermaal dus domme pech want ik had de superfinale – en dus de 100.000 euro – zo goed als in de knip. Dit is echt de zoveelste technische domper in mijn seizoen, dat toch zo voortvarend van start ging. Maar ik geef niet op, de kopgroep is ook weer niet zover verwijderd.”