Het uitrijden van de seizoensopener in Australië is geen garantie voor het scoren van punten. Dat stelt Caterham-teambaas Cyril Abiteboul, die niet op een enorm aantal uitvallers rekent.

Na vier puntloze jaren in de Formule 1 lijkt de aanstaande Grand Prix van Australië voor Caterham de beste kans om eindelijk van de hatelijke nul af te komen, want na een winter waarin een groot aantal teams met betrouwbaarheidsproblemen kampten, is alleen al het uitrijden van de race in Melbourne wel genoeg voor een toptienklassering, toch?

Nee, stelt Abiteboul in gesprek met Autosport, dat is te gemakkelijk gedacht en geredeneerd. “Want de Formule 1 is een industrie waarin de lat heel hoog ligt en de foutmarge miniem is”, legt hij uit. “De auto’s die de teams produceren en de baan opsturen benaderen daardoor al heel snel de perfectie en daar is weinig verdere ontwikkelingstijd voor nodig.”

“Het is een beetje zoals in de vliegtuigindustrie”, haalt Abiteboul aan. “Een vliegtuigfabrikant kan het zich niet veroorloven zomaar een vliegtuig de lucht in te sturen en maar te zien hoe het uitpakt. Ze willen eerst zeker weten dat het probleemloos kan opstijgen en landen.”

“De Formule 1 is wat dat betreft exact hetzelfde, dus het zou me niets verbazen als een groot deel van de betrouwbaarheidsproblemen is opgelost tegen de tijd dat we in Melbourne van start gaan”, zegt de Fransman, die dus denkt dat de wintertests precies hebben gedaan wat hun doel is: problemen aan het licht brengen en teams de gelegenheid bieden deze op te lossen voordat het echte werk begint.

Hoewel het Caterham-kopstuk er dus niet vanuit gaat dat uitrijden genoeg is voor punten, sluit hij los daarvan niet uit dat de openingsrace vreemd zal verlopen: “Want echt racen tegen ander deelnemers kun je zelfs met een racesimulatie niet oefenen, dus ondanks dat het aantal uitvallers waarschijnlijk meevalt, kan het wel heel spannend en vreemd worden.”