Ieder jaar, rondom de sterfdag van Ayrton Senna, gaan mijn gedachten onwillekeurig uit naar Roland Ratzenberger. En dan vooral naar zijn ouders Rudolf en Margit, die ik alweer tien jaar geleden bezocht in hun woonplaats Salzburg. Ik herinner me vooral de pijn en het verdriet, maar ook de trots die ze zoveel jaar na de fatale crash nog iedere dag voelden.
Roland Ratzenberger verongelukte op 30 april 1994 op het circuit van Imola, tijdens de kwalificatie voor de Grand Prix. Een dag later overleed Ayrton Senna aan de gevolgen van een crash tijdens de race. De laatste leeft nog altijd voort in de gedachten van miljoenen mensen wereldwijd, voor Ratzenberger is dat minder het geval. De vergeten Formule 1-dode wordt hij weleens cynisch genoemd.
Nee, Roland Ratzenberger was geen groot racetalent als Ayrton Senna. Hij was een pay driver die voor een half miljoen dollar een zitje voor vijf races had gekocht bij het nieuwe Simtek-team van Nick Wirth. De GP van Imola moest zijn derde F1-race worden.
Ratzenberger en Senna. Twee coureurs, twee verschillende grootheden, maar vooral twee mensenlevens.
Lees ook: Imola herdenkt Ratzenberger en Senna
Het interview in Salzburg, dat ik destijds had als verslaggever bij De Telegraaf, maakte een blijvende indruk op mij. Ik had het gesprek met Rudolf, in de woonkamer van hun appartement. Hij vond het merkbaar fijn om over zijn zoon te spreken. Margit had juist het tegenovergestelde. Zij wilde niet bij het interview aanwezig zijn. Ook na al die jaren nog te confronterend, vond ze.
De ultieme nachtmerrie voor iedere ouder
Het appartement met uitzicht op de Alpen had Roland Ratzenberger nog gekocht. Slechts acht dagen voor zijn fatale ongeval nam hij de sleutels in ontvangst. Hij kwam er nooit te wonen. Rudolf en Margit besloten het appartement zelf te betrekken, als blijvende herinnering.
Wat me vooral bij is gebleven aan het interview is het dramatische verhaal hoe ze live op televisie hun zoon zagen verongelukken. De ultieme nachtmerrie voor iedere ouder.
Die bewuste ochtend waren Rudolf en Margit thuisgekomen van een zonvakantie in Mexico. Snel waren ze het bed ingedoken om even bij te slapen vanwege de jetlag. Vanzelfsprekend hadden ze wel de wekker gezet om de kwalificatie van Roland te kunnen kijken, live op Eurosport. Het was zaterdagmiddag, 13.18 uur om precies te zijn, toen ze hem met een snelheid van 314,9 kilometer per uur in een muur zagen schieten. In één klap was hij dood, op 34-jarige leeftijd.
‘Misschien is het der Roland wel’
In één van de stiltes die viel tijdens het interview was het gekraak hoorbaar van een antieke houten kast. “Misschien is het der Roland wel”, sprak Rudolf, terwijl hij naar het fotolijstje in de kast wees. Hij moest er zelf om lachen. Hij heeft zijn zoon verloren, niet zijn humor, zei hij erbij.
Na afloop van het gesprek moest er uiteraard een foto gemaakt worden, als illustratie bij het verhaal. Uiteraard wilde hij meewerken, maar wel op één voorwaarde: Roland moest er prominenter op staan dan hij. Fotograaf Francois Wieringa kwam met een creatieve oplossing: het fotolijstje van Roland op de voorgrond, vader Rudolf erachter. Een bijzonder beeld, herinner ik me.
Van de kelderbox die bij hun het appartement hoort, hadden Ruldolf en Margit trouwens een klein museum gemaakt. Bekers, raceoveralls, krantenknipsels, alles in de kleine ruimte herinnerde aan Roland Ratzenberger. Ook op die manier hielden ze de herinnering aan hun zoon levend. Mooi en tegelijkertijd intens verdrietig.