Daags na elke Grand Prix deelt coureur Jeroen Bleekemolen in een exclusieve column voor Formule1.nl zijn bevindingen over het voorbije raceweekend. Wie of wat viel hem op, wat ging er goed en wat moet er anders? Ditmaal: hoe topman Zak Brown McLaren heeft getransformeerd van sufferdje tot kampioenskandidaat.
McLaren komt van heel ver. Tien jaar geleden waren ze nergens meer. Sinds Zak Brown is gekomen, is er veel veranderd. Ik vind dat knap. Brown is van origine een marketingman, heeft in zijn leven het nodige gepresteerd en ook al heel veel sponsordeals gedaan. Wat hij ook goed kan is de juiste mensen aantrekken, en ook trouwens om ze er weer uit te zetten. Hij heeft dit opgebouwd en het nu goed voor elkaar. Knap voor een marketingman.
Als autocoureur is hij niet goed. Dat hij een beetje snapt wat racen is, begrijp ik. Hij heeft ook veel passie voor racen, maar ik had niet verwacht dat hij het hele team compleet zou kunnen omdraaien. Dat is hem gelukt met de juiste mensen op de juiste plek. Én enthousiasme: je ziet hem high-fives geven, van de bandenjongens tot zijn partners. Daarmee creëert hij een mooie sfeer in zijn team. En dat heeft weer zijn invloed.
Je moet ervoor zorgen dat iedereen zich goed voelt, een stapje meer wil zetten. Als het algemene gevoel zo is, ga je ook stappen maken. Toen Brown kwam was de sfeer slecht: geen motivatie, er zat geen gang in de zaak. Maar hij heeft de trein weer aan het rijden gekregen, werkt met een doel en kijkt vooruit. Brown kan deals maken, krijgt dingen voor elkaar.
Ontwerper James Key is een goed voorbeeld van iemand die kwam en ook snel weer vertrok. Iemand die niet lekker in het team ligt, gaat eruit. En dan door… Dat is hard, maar zo werkt het in de Formule 1. Ik denk dat Brown ook heel hard kan zijn. Hij ziet eruit als een vrolijk persoon, maar weet precies wat hij wil.
Ik heb Brown een paar keer gezien en gesproken, hij is weleens bij een race waar ik ook ben, maar ken hem niet persoonlijk. Ik ken wél veel mensen die hem goed kennen. Hij is recht door zee, een echte Amerikaan. Amerikanen denken altijd groot, kunnen en durven zich doelen te stellen. Wij Europeanen durven dat vaak wat minder, omdat we het te overdreven vinden of arrogant. Brown klinkt soms arrogant, maar dat is zijn Amerikaanse instelling. Een goeie instelling, vind ik. Want zonder goede doelen kom je er niet.
Met Piastri en Norris heeft McLaren nu misschien wel het sterkste rijdersduo in de Formule 1. Als je kijkt naar het weekend in Spanje: ze hadden de beste raceauto, eigenlijk allebei op het podium moeten staan en een van de twee had moeten winnen. Toch gebeurt dat niet. En waarom? Piastri maakt een foutje in de kwalificatie, Norris heeft in de race geen lekkere start. Allebei hebben ze net even een momentje waar je niet perfect bent. En dan win je dus niet. Die foutjes moeten ze eruit zien te halen, dat is waar het bij beide coureurs nog aan ontbreekt. Norris was na afloop weer hard voor zichzelf. Prima, die zelfreflectie. Hij moet alleen niet teveel druk op zichzelf gaan leggen.
We zien in deze fase van het seizoen dat McLaren de beste auto in de wedstrijd heeft. Het puntenverschil tussen Norris en Verstappen is nu te groot, maar we kunnen ons volgend seizoen denk ik wel gaan opmaken voor een megagevecht tussen die twee. Hoewel het vrienden zijn geven ze elkaar geen grasspriet toe, zo zagen we bij start in Barcelona. Ze racen fair, maar hard. Het is een duel waar ik naar uitkijk. Stel dat ze gelijk stonden in punten, dan wordt het zo’n Hamilton versus Verstappen gevecht. En ik kan me niet voorstellen dat beide teams daar niet naartoe kunnen werken: er verandert in 2025 weinig aan de regels en ze zijn al zo aan elkaar gewaagd. Voor die twee gaan we volgend jaar op het puntje van onze stoel zitten.