Noël Ummels was kritisch over de terugkeer van de Formule 1 in Zandvoort, maar trekt nu het boetekleed aan. Desnoods in de kleur oranje.

De Grand Prix van Nederland van de 21ste eeuw was aan zijn vierde editie toe. Driemaal kreeg het thuispubliek waar het voor kwam: lokale held Max Verstappen beklom de hoogste tree van het podium. De eerste twee keer was daar weinig strijd voor nodig, want als je in Zandvoort van pole vertrekt, wat hij telkens deed, neem je daar al net zo’n voorschot op de overwinning als in Monaco. Gelukkig werd editie drie wel een spektakel, met dank aan een voordeel van ons land dat we op de boeren na meestal als nadeel zien: regen.

Als columnist word je betaald om je mening te uiten. Een tikje verwaand om te denken dat die ertoe doet, maar het is nu eenmaal je lot. En pijnlijker: je kunt er weleens naast zitten. Ik heb mijn eerste Formule 1-auto’s aanschouwd op het circuit van Zandvoort en vind het een prachtige klassieker, maar achtte het totaal ongeschikt voor de Formule 1 van tegenwoordig. Daarin stond ik overigens niet alleen, ook coureurs waarschuwden dat het baantje te smal was om voor hun ambities enerzijds en ons kijkplezier anderzijds voldoende inhaalacties te genereren. Ga maar na: als een andere coureur dan Max Verstappen de comebackrace van 2021 op dezelfde manier had gewonnen, waren we nog vóór halverwege van verveling ons Duolingo-niveau gaan opkrikken.

Mea culpa

Maar mea culpa, ik noemde ook de infrastructuur als zwakke plek. Treinen kunnen stranden, stranden kunnen op een zonnige dag zo’n aantrekkingskracht op dagjesmensen uitoefenen dat een Grand Prix erbij heel Zandvoort schaakmat zet: dat werk. Maar de prins en zijn paladijnen beloofden de logistieke puzzel met wiskundige precisie te leggen en zijn die belofte nagekomen. Zandvoort, jawel, loopt op 18-inchrolletjes.

Mijn kritiek verraadde ook een slecht geheugen, want ik was er zelf bij toen de Grand Prix van Engeland in 2000 in de modder vastliep. Of de betalende bezoeker voor de kwalificatie alsjeblieft rechtsomkeert wilde maken, want Silverstone en omstreken kon de files niet meer aan. Wie zo eigenwijs was zich alsnog op het circuit te vervoegen, liep het risico middels een aardverschuiving door het afvoerputje van Northamptonshire te verdwijnen. Zelf was ik voor dag en dauw opgestaan, zodat ik mijn journalistieke plicht kon vervullen.

Modderige parkeerplaatsen

Ach ja, het waren de tijden toen Brexit nog gold als bevrijding van het EU-blok-aan-het-been om met wereldmacht het Verenigd Koninkrijk weer over de golven te heersen, een zoete droom van eilanders die denken dat ze het beter weten. Zoals altijd was het The Guardian dat met bijtend sarcasme de bittere realiteit onderstreepte dat great Great Britain ook nog maar een kikkerlandje is: ‘Het meest prestigieuze en glamoureuze evenement op de Britse motorsportkalender ontaardde in een farce toen 50.000 fans weg moesten blijven vanwege modderige parkeerplaatsen’.

Acht jaar later was het weer raak, vier jaar daarna weer: hevige regen legde een modderpoel aan Brits onvermogen bloot en nog steeds gaat de organisatie regelmatig kopje onder. Britannia rules the waves, maar een beetje water op het vasteland kunnen we niet in goede banen leiden. Steek eens over naar Zandvoort en zie hoe het moet. Dan zal ik eindelijk toegeven dat ik het met mijn Zandvoort-scepsis bij het verkeerde eind had.

Deze column verscheen in een eerdere editie van FORMULE 1 Magazine.


NU in de winkel en ook digitaal te bestellen (met gratis bezorging in Nederland!): de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine! Met alles over de Dutch GP in Zandvoort, de spannende strijd tussen Lando Norris en Max Verstappen, interviews met George Russell, Rico Verhoeven en Ruud Gullit, reportages vanuit de paddock en nog veel meer!