Noorwegen heeft nog nooit een Formule 1-coureur voortgebracht, zo ontdekte Rob Kamphues er tijdens een korte vakantie. Hij weet nu ook waarom.
Ik was laatst een weekje in Noorwegen. Voor m’n rust. Even geen ‘Pérez moet eruit’ even niet ‘hoelang zit Horner er nog’ en nul ‘Max moet naar Mercedes’: ik was er echt aan toe. We zaten in een heel mooi huis aan een eigen meer met een eigen steiger en een sauna die op het water dreef. Als we vermoord werden kon het jaren duren voor we gevonden zouden worden. Heerlijk.
Na drie dagen kreeg ik ontwenningsverschijnselen. Ik begon rare dingen te doen. In het dichtstbijzijnde café – anderhalf uur rijden – begon ik zonder dat ik het doorhad barbonnetjes te signeren met ‘Toto’ en ‘Checo’. Ongevraagd vertelde ik luidkeels aan wie het maar wilde horen hoe goed Max Verstappen is. Het meisje achter het koffieapparaat keek me aan alsof ze water zag branden.
‘Mæx Vërståppø?’ Nee, daar had ze nog nooit van gehoord. Wanhopig keek ik het café rond. Een verschrompeld mannetje vroeg voorzichtig of het een langebaanschaatser was, want daar was Nederland altijd goed in, zei hij. ‘Ard Schenk, Kees Verkerk’, riep hij, ‘tegen onze drie S’en!’ ‘Ja, riep ik, ‘Stenshjemmet, Sjøbrend en Storholt, maar hoezo kennen jullie Max niet? Dat is onze beste sporter aller tijden, drievoudig wereldkampioen?!’
Grote vragende ogen.
‘Autoracen?!’ schreeuwde ik door de bar, met mijn handen driftig een powerslide imiterend. ‘Aah, rallyrijden’, riep het hele café opgelucht. Ja dat kenden ze wel. Was Mæx Vërståppø dan een onbekende concurrent van hun gebroeders Solberg? Verslagen zakte ik in mijn stoel en nipte van de koffie die net zo ver van een espresso was verwijderd als Noorwegen van Italië.
Ik bladerde door Wikipedia, want wifi, dat hebben ze zelfs op Nova Zembla tegenwoordig en typte in Formula 1 drivers by nationality, history. Wat blijkt: Noorwegen heeft in de hele geschiedenis van de autosport nooit iemand in de Formule 1 gehad. Zweden, twaalf coureurs, Finland tien, Denemarken zes, zelfs landen als Liechtenstein, Tsjechië, Marokko, Maleisië, Uruguay, en Chili hadden er allemaal tenminste één, Noorwegen nul.
Hauger staat afgebeeld op verpakking van kipnuggets
Wel las ik dat er op dit moment een Noor in de Formule 2 zit: Dennis Hauger die races heeft gewonnen en een tijdje in het junior programma van Red Bull zat. Iemand kwam met een afbeelding van een verpakking van kipnuggets waarop hij stond afgebeeld.
‘We dachten dat het de jongen van de frituur was’, legden ze uit. Die Hauger, concludeerde ik, die gaat de Formule 1 nooit halen. Het is een kansloze missie, ze hebben in Noorwegen gewoon geen behoefte aan Formule 1.
Een mannetje met geitenwollensokken in sandalen van het type dat je in de buurt van een circuit enkel tegenkomt om er tegen te protesteren, stak zijn vinger op en deelde een theorie: ’In Noorwegen is de welvaart gelijkelijk verdeeld, we hebben veel minder armoede en veel minder schofterig rijke mensen, dus sponsoren gaat hier niet. Dat wij geen Formule-1-coureurs hebben zegt iets over hoe goed we het hebben. Hoe minder Formule 1-coureurs des te beter gaat het met de rest van het land.’
Hij sloeg me joviaal op de schouder. ‘Ach’, zei hij, ‘jullie hebben toch net een ultrarechtse regering? Dat is heel slecht nieuws voor de asielzoekers, de cultuur, de zorg en de arme mensen. Maar geweldig nieuws voor de ultrarijken, dus hey, je kunt er de donder op zeggen dat jullie er over tien jaar weer een paar Formule-1-coureurs bij hebben.’
Ik vond het een deprimerende theorie.
Deze column komt uit de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine dat nu in de winkel ligt.