De 20 coureurs die een plekje hebben verworven in de Formule 1 zijn stuk voor stuk bloedsnel, maar toch steken er twee bovenuit. Wat maakt Lewis Hamilton en Max Verstappen sneller dan de rest, en waar zit het onderlinge verschil tussen die twee in? FORMULE 1 Magazine-columnist Sergej Sirotkin ontleedt deze week de rijstijl van de Brit en Nederlander. Wie wint het waar?
In deze column wil ik vanuit verschillende hoeken naar de rijstijlen van de twee beste coureurs op de grid kijken en toelichten wie in welke bochten het snelst is – en waarom.
Lewis: controleren en roteren
Laten we met Lewis – en een stukje theorie – beginnen. Lewis staat erom bekend dat hij een geweldig gevoel heeft om de remmen onder controle te houden bij het ingaan van bochten én de weight transfer, de gewichtsoverdracht van de auto, te reguleren.
Lees ook: Column Sirotkin: van setup tot start, hoe vind je de juiste balans in de auto?
Deze entry, de ingang, is vaak ook de sleutel tot een bocht. Het gaat er daarbij vooral om hoe je de auto bij die entry en halverwege de bocht ‘roteert’, zoals wij coureurs dat noemen, dus feitelijk in- en omdraait in de bocht. Dat bepaalt niet altijd, maar wel heel vaak, hoe goed je een bocht neemt.
De ‘rotatie’ creëren die nodig is, gaat om de combinatie van hoe je de remdruk die je geeft combineert met de stuurhoek. Lock-ups en andere fouten even achterwegen latende, zijn er twee manieren waarop je qua remdruk de fout in kan gaan. Te veel remdruk, en er komt te veel druk op de vooras, waardoor de achterkant van de auto ‘licht’ wordt en je overstuur krijgt. Te weinig remdruk, en je hebt niet genoeg load of druk op de vooras en je krijgt onderstuur, waardoor de auto rechtdoor wil schieten.
Optelsom
Lewis is als je het over die controle over de remmen, rotatie en gewichtstransfer bij de entry van een bocht hebt, absoluut de nummer één op de grid. Lewis weet de vooras geweldig te ‘laden’ doordat hij de remmen zo goed aanvoelt en onder controle heeft. Daardoor wordt het eigenlijk ook een optelsom. Door deze gave kan hij namelijk meer snelheid meenemen in het begin van de bocht en pakt daar winst, terwijl die extra snelheid hem ook een betere rotatie geeft halverwege de bocht.
Doordat hij de auto zo goed kan roteren, kan Lewis de auto ook beter plaatsen voor de exit, de uitgang van de bocht. Al vind ik Lewis doorgaans niet de beste coureur qua exits – maar daar komen we straks bij Max wel op. De tijd die Lewis eerder in de bocht wint, is echter veel meer dan wat hij potentieel verliest op iemand die een betere exit heeft.
(tekst loopt door onder de foto)
Waar wint Lewis?
Lewis’ stijl werkt erg goed in langzame tot medium bochten, waarvoor je dus ook echt even aardig wat remdruk moet trappen, en langere bochten. Wat trouwens ook echt een kracht is van Lewis’ rijstijl, is dat hij door hoe hij de remdruk managet, de (gewichts)balans van de auto geweldig onder controle kan houden. Zeker als de omstandigheden lastiger zijn, wint hij daardoor nog meer tijd dan normaal.
De Hungaroring en baan in Barcelona zijn daardoor op papier goed voor Lewis. Dat zijn circuits waar je veel lange bochten hebt die je echt inremt en je tijdens veel van die ronde de balans goed moet houden in de bochten.
Lees ook: Column Sirotkin: Is een coureur nou de ster van het team of een stuk gereedschap?
Lewis’ zwakte is daarentegen dat hij niet altijd per se goed is in hoe je combinaties maakt van elkaar snel opvolgende bochten. Dat komt omdat Lewis lang niet altijd de volledige breedte van de baan gebruikt. Of in elk geval niet zoveel als Max, die er juist heel goed in is een bocht ‘recht’ te maken.
Max gebruikt elke millimeter
Dat klinkt misschien raar, maar Max doet eigenlijk het tegenovergestelde van Lewis en gebruikt elke millimeter van de baan om de hoek van bochten minder haaks te maken. Max doet dat door zowel bij de entry als exit zoveel mogelijk baan te gebruiken. Bij het ingaan van een bocht en halverwege positioneert hij de auto namelijk steeds onder een zo goed mogelijke hoek om zo snel mogelijk de bocht uit te komen.
(tekst loopt door onder de foto)
Je ziet dit ook echt aan hoe Max voor het ingaan van een bocht verder naar buiten zit en er ook verder naar buiten toe uitkomt. Zodoende ‘opent’ hij bochten steeds met een paar graden meer dan de rest. Zo kan hij rechter aanremmen, meer snelheid meenemen de bocht in en weer vroeg op het gas. Hierdoor wint hij veel tijd. Max heeft wat dit betreft een natuurlijke gave en steekt hierin ver boven de rest uit.
Waar wint Max?
Als je naar Max’ rijstijl kijkt, dan liggen medium tot snelle bochten hem over het algemeen goed, net als de wat kortere bochten. Want zijn ’truc’ om bochten ‘rechter’ te maken, werkt vooral in korte bochten goed. Tegelijkertijd werkt het ook goed in elkaar snel opvolgende korte maar snelle bochten, zoals je in Jeddah zag en elke millimeter moest gebruiken. Net als Lewis is Max verder heel goed in harde remzones waarin je in een rechte lijn aanremt, met de wielen recht. Dat zag je in Abu Dhabi wel, met die flinke remzones na een lang recht stuk.
Het gevolg van hun verschillende rijstijlen, betekent ook dat Lewis en Max iets andere setups zullen gebruiken, andere wensen van een auto hebben. Ik denk dat als je Lewis in Max’ auto zet, er geen kans is dat hij sneller is dan Max. En andersom zou het niet anders zijn.
2022: klein voordeel voor Hamilton?
Dit jaar krijgen we natuurlijk compleet nieuwe auto’s. Deze zouden trager moeten zijn in de bochten, wat betekent dat je hier langer en meer voor moet remmen. Vergeleken met vorig jaar, ben je daar tijdens een ronde dus meer tijd mee bezig. Dit zal vooral in Hamiltons voordeel zijn, wederom vooral op banen waar dit zwaarwegend is, zoals Barcelona en Boedapest.
Niemand weet natuurlijk precies hoe de 2022-auto’s het gaan doen, maar dat ze in theorie iets moeilijker te besturen zullen zijn, is wellicht enigszins gunstig voor Hamilton omdat hij de balans van zijn auto zo goed beheerst.
Lees ook: Column Sirotkin: Over waarom de verschillen tussen teamgenoten soms zó groot zijn