De camera’s weten Steiner weer te vinden: ‘Maar ik weet ook niet wat je in 2020 op Netflix terugziet’
Motorsport Images
Daan de Geus
26 juli 2019
De flink vloekende en heerlijk apolitieke Haas-teambaas Günther Steiner was een van de (cult)helden van het eerste seizoen van Netflix’ Formule 1-documentaire Drive to Survive. De camera’s van de streamingdienst weten Steiner ook dit jaar weer te vinden: “Maar ik weet niet wat ze er van maken.”
Lees ook: Günther Steiner moet zelf ook nog wennen aan zijn soort van sterrenstatus
“Wat ze filmen, zie ik natuurlijk wel”, zegt Steiner, die met name het afgelopen weekend in Silverstone, toen Haas’ sponsorsoap met Rich Energy het hoogtepunt bereikte, weer vol in de spotlight stond. “Maar wat ze gebruiken voor de documentaire, weet ik niet. Vorig jaar was dat ook zo, ging het op dezelfde manier.”
“Ik heb seizoen één trouwens nog steeds niet gekeken”, lacht Steiner. “Maar mijn vrouw wel en die vertelt het me dan.” Ook dit jaar gaat hij het niet kijken, zegt hij. “Want ik ben een oude man – zeker de laatste tijd word ik snel oud!”, lacht hij om alle problemen bij Haas dit seizoen.
Lees ook: Tweede seizoen van Drive to Survive in 2020 op Netflix, ook Ferrari en Mercedes werken mee
Behalve dat Steiner volgend jaar ongetwijfeld in beeld komt wat betreft de Rich Energy-sponsorsoap, lijkt de kans ook zeker aanwezig dat we wat van zijn boude uitspraken over Haas-coureurs Kevin Magnussen en Romain Grosjean gaan terugzien. De twee botsten eerder dit jaar in Spanje en vervolgens afgelopen raceweekend in Engeland, tot groot ongenoegen van hun teambaas – die er in Duitsland overigens ‘nog steeds niet overheen’ is.
Lees ook: Steiner nog steeds boos op Grosjean en Magnussen, Rich Energy staat nog op Haas-auto
In interview met FORMULE 1 sprak Steiner eerder dit jaar uitgebreid over zijn nieuwe quasi-sterrenstatus, vaker herkend worden en over hoe hij niet acteert, maar gewoon zichzelf is. “Wat ik vooral goed vind aan de documentaire is dat je veel meer mensen bereikt als sport, ook mensen die je anders misschien niet bereikt. En ja, je wordt wat vaker herkend op plekken buiten het circuit waar je het niet verwacht…”