Het klinkt en voelt toch alsof je een bouwplaats betreedt, al is het vrij ongewoon dat met een taxi te doen: wie door de spreekwoordelijk open gezwaaide poorten van het Jeddah Corniche Circuit rijdt, wordt begroet met een hoop hekwerk, zand en braakliggende (parkeer)terreinen. Er staat nog net geen bord bij dat je een bouwhelm op moet. Steek echter een paar keer het juiste hek door, en het exotische asfaltlint langs de Rode Zee ontvouwt zich.

Dat het tijdig afronden van het circuit zelf in alles prioriteit heeft gekregen, mag geen wonder of verrassing zijn. Een blik op de baan is niet heel anders dan een blik op de baan elders. Of dat nou in Abu Dhabi, Bakoe of Zandvoort is. Het asfalt ligt er, de eerste bandenstrepen zijn al getrokken door de medical car. De kerbstones zijn geplaatst, het is circuit geïnspecteerd en er moet nog – niet ongewoon – wat schilderwerk op de boarding worden bijgepunt.

Lees ook: ’s wereld snelste stratencircuit: ‘Spanning en risico voor de beste coureurs in Jeddah’

Over het karakter van het meer dan zes kilometer lange circuit – de snelste stratenbaan in de Formule 1 – is al genoeg gezegd en geschreven. Net als over of het juist is dat Saoedi-Arabië een plek op de kalender heeft gekregen. Dat het voor de Formule 1 een belangrijke Grand Prix is – met een vermeend prijskaartje van 75 miljoen euro per jaar, voor tien jaar – blijkt wel uit hoe de dikke Mercedes van CEO Stefano Domenicali donderdag als eerste op de parkeerplaats staat.
(tekst loopt door onder de foto)

Dat het Jeddah Corniche Circuit in nog geen acht maanden uit de grond is gestampt aan de rand van de bijna vier miljoen inwoners tellende kustplaats, is planmatig een prestatie op zich. Dat het complex eromheen qua infrastructuur nog wat ruwe randjes vertoont, is een bijverschijnsel. Aan de andere kant: als je in Singapore door een zij-ingang onder de brug door loopt, ziet het er na meer dan tien jaar ook niet allemaal even afgewerkt uit. Niet nodig ook.

Babyhaaitjes

Een verschil met Singapore is dat de baan in Jeddah minder dat ‘midden in de stad’-gevoel belichaamt. Daar is de locatie aan de kade misschien ook (nog?) niet naar, ondanks dat de wolkenkrabbers de komende jaren tussen de palmbomen de grond uit zullen schieten. Nog een reminder dat je zeker niet in Zandvoort aan Zee bent: collega André Venema claimt dat er in het water rondom ‘Media Island‘ babyhaaitjes zitten – en niet de soort die bekend van tv is.
(tekst loopt door onder de foto)

De bries van de Rode Zee wordt in het mediacentrum zelf vervangen door draaiende airco’s en de geur van Ikea-hout, wat vermoedelijk de afkomst van onze bureaus verraadt. In de paddock, daarentegen, kun je zoals Algemeen Dagblad-collega Rik Spekenbrink opmerkt ‘de verf nog ruiken’. Het is er ook drukker met bouwvakkers dan teampersoneel. ’s Ochtends wordt bij een aantal van de Formule 1-onderkomens bijvoorbeeld nog snel een houten vloer en trap gelegd.

Lees ook: In beeld: Saoedi-Arabië zet laatste stappen voor eerste Grand Prix in Jeddah

Af? Nee, dat is het allemaal nog niet. Maar de contouren van grandeur zijn al zeker zichtbaar. Vermoedelijk dat er vrijdag na een nacht werken zelfs weer wat taken van de kluslijstjes kunnen worden afgevinkt. Zolang het Jeddah Street Circuit zondag een mooie race oplevert, zul je niemand erover horen klagen dat hier en daar nog wat hekwerk het uitzicht ontsiert. Maar reken er maar op dat het er volgend jaar maart, voor de tweede editie, allemaal tiptop uitziet.