Het publiek is dol op hem. Op zijn rijstijl. Boenderen, driften, tail out. En op zijn imago: jongensachtig, romantisch, ongecompliceerd. Maar collega-coureurs zijn kritisch.
Gilles Villeneuve mag dan intussen drie overwinningen achter zijn naam hebben staan, wat hij op het circuit van Dijon-Prenois laat zien is domweg krankzinnig, gevaarlijk. Achter Jean-Pierre Jabouille vecht hij met René Arnoux om de tweede plek. Zijn banden zijn tot op de draad versleten, maar Arnoux heeft een probleem met de benzinetoevoer.
Ronden lang bestrijden ze elkaar, wiel aan wiel, elkaar passerend, afbluffend, zo laat mogelijk en dan nog later remmend, toucherend, op de baan en ernaast. Toeschouwers hangen in de hekken. Hier wordt racehistorie geschreven. Zo moet racen zijn!
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Villeneuve verslaat Arnoux. ‘Een eer,’ aldus de Fransman. Na afloop omhelzen de helden elkaar hartelijk. Maar twee weken later op Silverstone worden de gladiatoren gekapitteld. Door Scheckter, door Lauda en Fittipaldi, mannen die al zoveel doden van het circuit hebben geraapt.
Ook zijn staaltje stuurmanskunst op Zandvoort, waar hij op drie wielen naar de pits suist omdat hij denkt dat hij een lekke band heeft, wordt hem door collega’s niet in dank afgenomen. Onverantwoord. Maar wie die vastberadenheid gezien heeft, vergeet het nooit meer. En daar gaat het toch om?
Het volledige verhaal, met exclusief beeldmateriaal, is te lezen in de komende editie van Formule 1, die donderdag 17 mei verschijnt. Bovenstaande foto: Phipps/Sutton