De Grand Prix van Nederland (deel 5)
In de jaren tachtig speelde de Tarzanbocht een hoofdrol op het circuit van Zandvoort. Megacrashes zorgden voor spektakel en liepen gelukkig goed af. Het Formule 1-tijdperk werd afgesloten met een historische finale.
Door Rob Wiedenhoff, foto’s Sutton
De editie 1977 kende een snelle ontknoping. James Hunt reed voorop in de McLaren, maar werd na vijf ronden in de Tarzanbocht geramd door de Lotus 78 van Mario Andretti. Uiteraard beschuldigden beide partijen elkaar van het incident. Niki Lauda was spekkoper en won onbedreigd. Hij liet de ereronde die toen nog bestond schieten en vertrok snel. De volgende dag onthulde hij zijn vertrek bij Ferrari. Dat nam niet weg dat hij dat jaar wereldkampioen werd.
In 1978 was Mario Andretti oppermachtig in de Lotus 79. Na afloop van zijn gewonnen race ontmoette ik hem onverwacht in een Zandvoorts restaurant, in de Haltestraat. Een mooie naam om de dag te laten bezinken. Ik tafelde er met Henk en Elizabeth Hilhorst. Henk vloog voor KLM Helikopters en volgde de hele Grand Prix voor de NOS met cameraman. Mario moest lachen toen ik hem voorstelde aan de man die ’s middags vóór hem over de finish vloog. De laatste Grote Prijs van Nederland uit de jaren zeventig blijft in herinnering als de race van Gilles Villeneuve. Ook al won Alan Jones (Williams), de felle Canadees zorgde voor onvergetelijke momenten. Rijdend vóór Jones spinde hij, waarna hij met een lekke band verder ging, weer een pirouette maakte en doorreed totdat de stukken eraf vlogen. De Ferrari viel steeds verder uit elkaar: een unieke vertoning. Luchtsprong
Er werd in 1980 hier en daar fel gevochten om goede klasseringen in de Grote Prijs van Nederland. Een wedstrijd met een spannend begin: binnen drie ronden driemaal een andere koploper. En er waren nogal wat incidenten, klein en groot. In de laatste categorie viel de enorme luchtsprong die Derek Daly met zijn Tyrrell maakte. Die acrobatische toer blijft me het meest bij als ik terugdenk aan de eerste Nederlandse Formule 1-race van dat decennium. Ging dat zo door, dan stond ons nog wat te wachten. Maar lang ging het niet door, want in 1985 werd de zwart-witgeblokte vlag voor het laatst gezwaaid. Wonderbaarlijke ontsnapping
Daly ging met hoge snelheid rechtuit in de Tarzanbocht, waar de Tyrrell werd opgevangen door de bandenstapel die voor de vangrails was geplaatst. Nou ja, opgevangen is niet het juiste woord. Na contact met de rubberen barrière steeg de auto op en belandde na een luchtsprong met een daverende knal als een stuk schroot op de banden. Bij het zien van dat ongeluk gaf je geen cent voor het leven van de Ier. Hulpverleners haalden hem snel uit de restanten van de auto en even later stond hij er met zijn helm in de hand en gezond van lijf en leden bij. Een wonderbaarlijke ontsnapping die Daly onderkoeld analyseerde. “Bij het remmen voor de Tarzanbocht brak de linker voorwielophanging. Daardoor trok de wagen naar rechts en schoof richting bandenstapel. Toen ik dat zag aankomen trok ik mijn benen in. De auto knalde tegen de banden. Daarna was het even stil en volgde er weer een klap. Ik geloof dus dat ik door de lucht ben gevlogen.” Nou en of. Dat zo’n bloedstollend incident zich nog tweemaal zou herhalen kon je niet vermoeden en al zeker niet dat het ook goed zou aflopen met Andrea de Cesaris en René Arnoux. Vechtlust
Alan Jones, die zich aan het eind van het seizoen 1980 tot wereldkampioen liet kronen, beschadigde in de training zijn Williams en herhaalde dat op dezelfde plek, onder aan de Hunserug, al in de tweede ronde. De Australiër toonde zijn vechtlust door zich te mengen in de strijd tussen zijn teamgenoot Carlos Reutemann en Mario Andretti in de Lotus. Nelson Piquet kwam na dertien ronden voorop, maakte geen fouten en behaalde met Brabham zijn tweede Grand Prix-zege. Volgende week lees je deel 6 van deze serie over de geschiedenis van de Grand Prix van Nederland op het circuit van Zandvoort. Dit artikel verscheen eerder in gewijzigde vorm in Formule 1 magazine. Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4
PirouetteIn 1978 was Mario Andretti oppermachtig in de Lotus 79. Na afloop van zijn gewonnen race ontmoette ik hem onverwacht in een Zandvoorts restaurant, in de Haltestraat. Een mooie naam om de dag te laten bezinken. Ik tafelde er met Henk en Elizabeth Hilhorst. Henk vloog voor KLM Helikopters en volgde de hele Grand Prix voor de NOS met cameraman. Mario moest lachen toen ik hem voorstelde aan de man die ’s middags vóór hem over de finish vloog. De laatste Grote Prijs van Nederland uit de jaren zeventig blijft in herinnering als de race van Gilles Villeneuve. Ook al won Alan Jones (Williams), de felle Canadees zorgde voor onvergetelijke momenten. Rijdend vóór Jones spinde hij, waarna hij met een lekke band verder ging, weer een pirouette maakte en doorreed totdat de stukken eraf vlogen. De Ferrari viel steeds verder uit elkaar: een unieke vertoning. Luchtsprong
Er werd in 1980 hier en daar fel gevochten om goede klasseringen in de Grote Prijs van Nederland. Een wedstrijd met een spannend begin: binnen drie ronden driemaal een andere koploper. En er waren nogal wat incidenten, klein en groot. In de laatste categorie viel de enorme luchtsprong die Derek Daly met zijn Tyrrell maakte. Die acrobatische toer blijft me het meest bij als ik terugdenk aan de eerste Nederlandse Formule 1-race van dat decennium. Ging dat zo door, dan stond ons nog wat te wachten. Maar lang ging het niet door, want in 1985 werd de zwart-witgeblokte vlag voor het laatst gezwaaid. Wonderbaarlijke ontsnapping
Daly ging met hoge snelheid rechtuit in de Tarzanbocht, waar de Tyrrell werd opgevangen door de bandenstapel die voor de vangrails was geplaatst. Nou ja, opgevangen is niet het juiste woord. Na contact met de rubberen barrière steeg de auto op en belandde na een luchtsprong met een daverende knal als een stuk schroot op de banden. Bij het zien van dat ongeluk gaf je geen cent voor het leven van de Ier. Hulpverleners haalden hem snel uit de restanten van de auto en even later stond hij er met zijn helm in de hand en gezond van lijf en leden bij. Een wonderbaarlijke ontsnapping die Daly onderkoeld analyseerde. “Bij het remmen voor de Tarzanbocht brak de linker voorwielophanging. Daardoor trok de wagen naar rechts en schoof richting bandenstapel. Toen ik dat zag aankomen trok ik mijn benen in. De auto knalde tegen de banden. Daarna was het even stil en volgde er weer een klap. Ik geloof dus dat ik door de lucht ben gevlogen.” Nou en of. Dat zo’n bloedstollend incident zich nog tweemaal zou herhalen kon je niet vermoeden en al zeker niet dat het ook goed zou aflopen met Andrea de Cesaris en René Arnoux. Vechtlust
Alan Jones, die zich aan het eind van het seizoen 1980 tot wereldkampioen liet kronen, beschadigde in de training zijn Williams en herhaalde dat op dezelfde plek, onder aan de Hunserug, al in de tweede ronde. De Australiër toonde zijn vechtlust door zich te mengen in de strijd tussen zijn teamgenoot Carlos Reutemann en Mario Andretti in de Lotus. Nelson Piquet kwam na dertien ronden voorop, maakte geen fouten en behaalde met Brabham zijn tweede Grand Prix-zege. Volgende week lees je deel 6 van deze serie over de geschiedenis van de Grand Prix van Nederland op het circuit van Zandvoort. Dit artikel verscheen eerder in gewijzigde vorm in Formule 1 magazine. Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4
Gerelateerd nieuws
James Hunt, de laatste Playboy-racer: ‘Ik hou van auto’s, trofeeën en vrouwen’
28 september 2024 09:30 - Best of '23
Podcast
‘Vroeger liepen de dames bloot door de paddock’ | Formule 1 Paddockpraat
25 september 2024 14:29 - Nieuws
Van James Hunt tot George Russell: Alle coureurs die na een zege zijn gediskwalificeerd
30 juli 2024 13:00 - Nieuws