1 mei 1994. De op dat moment 41-jarige Terry Fullerton bestelt een drankje op de veerboot die hem van Frankrijk terug naar huis, naar Engeland brengt. De ober die hem dat brengt heeft een geschokte uitdrukking op zijn gezicht. Hij maakt een gebaar met zijn vinger langs zijn keel en zegt: “Senna. Il est mort.”
Door Dennis van Loenhout, foto’s archief Terry Fullerton
Adelaide, een half jaar eerder. Tijdens een persconferentie in het Grand Prix-weekend waarin hij zijn 41e en laatste overwinning zou scoren vraagt een Australische journalist aan Ayrton Senna: “Tegen welke rijder heb je met het meeste plezier geracet?” Zoals altijd neemt Senna de tijd om na te denken. Je weet dat de verzamelde pers een antwoord verwacht in de trant van “Prost”, “Mansell” of misschien “Berger”. Niks van dat. Senna zegt: “Fullerton. His name was Fullerton.”
Ferrari’s konden me niets schelen
Senna had het over Terry Fullerton, nu 67 jaar oud. Een petrolhead is hij nooit geweest. Hij zal het ook nooit worden. “Wat mij aantrekt in racen?” zegt hij, “De controle. Het feit dat je als mens een machine op de limiet kunt controleren, ook al komt daar gevaar bij kijken. Ik wilde dat kunnen. Beter dan wie dan ook. Daar ging het me om. Ferrari’s of uitlaatgeluiden kunnen me niks schelen. Ik wilde de beste zijn.” En de beste was Fullerton.
(Tekst gaat verder onder foto)
Fullerton leidt de race voor Senna, toen nog niet met zijn karakteristieke helm.
Zijn hoogtepunt beleefde hij in 1973, toen hij in het Belgische Nijvel wereldkampioen karting werd. Hij versloeg toen de Belg François Goldstein in een rechtstreeks duel. Stel Fullerton dezelfde vraag die Senna destijds in Australië kreeg en hij antwoordt “Goldstein”. “Ik keek tegen Goldstein op”, zegt Fullerton. “Hij was in die dagen de Fangio van de kartsport, met vijf wereldtitels. Vier daarvan won hij op rij, tussen 1969 en 1972. In 1975 won hij nóg eens het WK, maar dat ik hem in 1973 op eigen grond versloeg was geweldig.”
‘Achteraf ook goud geld moeten verdienen in de F1’
Het was Fullertons wens om kartracer te zijn, niks meer en niks minder. “Over de Formule 1 dacht ik pas serieus na toen ik er al veel te oud voor was. Een paar jongens tegen wie ik geracet heb – en die ik versloeg – hebben veel geld verdiend in de Formule 1. Dat had ik achteraf bezien ook moeten doen.” Een grinnik, doorspekt van sarcasme zoals je dat alleen in Engeland vindt, volgt. Ook zonder zijn verbondenheid met Ayrton Senna is het verhaal van Terry Fullerton de racer een soort jongensboek. Zijn reden om niet de autosport in te gaan bijvoorbeeld, is simpel en ontroerend. “Mijn broer, Alec, was een fervent en getalenteerd motorracer. Met hem trok ik heel Engeland door naar wedstrijden. Ik bewonderde hem, mijn broer was mijn idool. Die reizen, en de geur van Castrol R op de circuits zal ik nooit vergeten.”
Lees ook:
Senna: Toen de zon van de hemel viel
In 1964 deed Alec Fullerton mee aan een race op het circuit van Mallory Park. Hij zou de wedstrijd niet overleven, en zijn broer getraumatiseerd achterlaten. “In Gerrards, een gevaarlijke bocht, werd hij het slachtoffer van de val van een andere rijder. Alec kwam in de omheining terecht en brak zijn nek. Hij was op slag dood”, zegt Fullerton. “De Formule 1 was in die tijd levensgevaarlijk, ik wilde het mijn ouders niet aandoen om die richting op te gaan. Maar de racerij zat mede door Alec wél in mijn bloed. Ik, en mijn ouders, wisten dat ik er toch iets mee zou gaan doen. Zo ben ik in de karts terecht gekomen.”
Fullertons grootste prijs: een avond met de Miss Universe
Trouwens, Fullerton verdiende dan wel niet de fortuinen die enkele van zijn vroegere concurrenten binnenharkten in de Formule 1, hij is wél één van de weinige mannen op aarde die kan zeggen dat hij een Miss Universe heeft versierd. De grinnik wordt een schaterlach. “Volgens mij was het in 1974, de toenmalige Miss Universe was een Filippijnse, Gloria Diaz. Zij reikte me een trofee uit na een race, dus ik vroeg gewoon wat ze ’s avonds deed. Van het één kwam het ander! Op deze leeftijd zou me dat niet meer lukken, maar dat was mijn
moment in the sun. Ben ik nog steeds trots op!”
Lees ook:
Longread: Senna’s laatste vlucht, een intiem dagboek van een fataal weekend
Over Senna kan Fullerton uren praten. In 1978 werd de jonge Braziliaan zijn teamgenoot bij DAP. Door hun keiharde duels in de kartsport kregen de twee een band, die alleen maar versterkt werd door de status die Senna later in zijn leven verwierf, en het respect dat hij zelfs als superster voor Terry Fullerton hield. “Ayrton’s plek in de historie is eenvoudigweg die van de beste coureur die er ooit was. Hij stak met kop en schouders boven de rest uit”, zegt Fullerton. Daarom is de herinnering aan de Champions Cup finale in het Italiaanse Jesolo in 1980 voor Fullerton des te mooier.
Ayrton leerde van mij
In die race versloeg Terry Fullerton Ayrton Senna na een keihard duel. In de allerlaatste bocht pas liet de Brit de Braziliaan via een geweldige passeermanoeuvre door de buitenbocht achter zich en deed daarmee iets wat maar weinigen in die tijd – en de jaren daarna – deden: winnen van Senna. “Na die race duwde Senna me in het zwembad”, zegt Fullerton droogjes. “Toen Ayrton mijn teamgenoot werd was hij een enorm talent, maar hij miste nog de nodige ervaring. Ik had die ervaring wel, en hij zag ook wel dat ik snel was. Hij identificeerde me dus al snel als een struikelblok op zijn weg naar de top. Ik gaf me niet gewonnen, en Ayrton leerde van me.”
(Tekst gaat verder onder foto)
Fullerton en Senna in gesprek.
“In één rondje leerde hij meer dan sommige rijders in 50 rondjes. Zijn gevoel, zijn finesse was fenomenaal, hij wist instinctief waar de grip lag. Daarin was hij écht bijzonder. Ik heb ook tegen jongens als Mansell en Prost geracet, maar Senna was anders. Met hetzelfde materiaal kon je Prost eenvoudig passeren, simpel. Mansell? Die heb ik nooit hoog ingeschat. Maar bij Ayrton wist je dat je hem nooit moest uitvlakken. Natuurlijk irriteerde ik me wel eens aan hem. Hij liet zich eenvoudigweg niet verslaan en deed alles om te winnen, en dat was het probleem: dat wilde ik zelf namelijk ook zo graag…”
Lees ook:
Senna: een moderne bedevaart naar Imola
Over die wil om te winnen heeft Fullerton nog een smakelijke anekdote. Tijdens een race in Japan, op het circuit van Sugo – dat eigendom is van motorfietsfabrikant Yamaha – mochten hij en Senna een trialmotor uitproberen. “Ik ben opgegroeid met motorfietsen dus ik voelde me op mijn gemak. Springen, obstakels, wheelies, allemaal geen probleem voor mij”, zegt Fullerton, weer met dat grinnikje, “Senna voelde zich niet op zijn gemak, dat was duidelijk. Maar onder geen enkele voorwaarde zou hij voor mij onderdoen.”
“Hij moest en zou alles doen wat ik ook deed, en liefst béter dan ik. Dus maakte hij een enorme – en dan bedoel ik ook echt e-nor-me – wheelie. Het scheelde een haar of hij ging met een noodgang achterover. Ik zette me al schrap voor een enorm ongeluk. Gelukkig ging het goed, maar voor hetzelfde geld was de wereld toen al beroofd van de grootste coureur ooit, alleen maar omdat die altijd wilde winnen.”
De FORMULE 1 Senna Special, vol bijzondere verhalen over de beroemde Braziliaan, is nog te bestellen! Klik op de foto!
Hoewel hij al sinds 1985 niet meer racet is Fullerton nog altijd actief in de sport. Hij begeleidt jonge kartcoureurs naar de top. In het verleden begeleidde hij al jongens als Paul di Resta en Dan Wheldon naar de top. Verder laat de Formule 1 Fullerton echter koud. “Na rondje 3 wordt het al saai en val ik in slaap”, zegt hij, “DRS en ERS zijn fuckups, die lossen het probleem niet op. Ik heb daar nogal een duidelijke mening over. Wat die is?”
“Vleugels horen op vliegtuigen. Vleugels zijn het begin van het einde, want met vleugels kun je niet dicht op elkaar rijden zonder downforce te verliezen. Wil je close racing, verbied dan de vleugels. Daarom is de kartsport ook zo mooi. Althans, zo was het. Ook in de kartsport is het nu een rotzooitje van regels en is alles veel te duur. In de jaren ’70 en ’80 was de kartsport op z’n best. Ik ben blij dat ik die tijd beleefd heb, samen met Ayrton. Ik mis hem.”